In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Stillezen (maar dan ook echt stil)
Huiswerk controle (schrift op tafel!)
H1 par. lezen, opdracht 3 t/m 5
H1. par. woordenschat, opdracht 1
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
herhalen theorie over woordraadstrategieen.
interactieve les (quiz)
Lesdoel: (H1) Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weten jullie nog van de vorige les?
Slide 3 - Woordweb
Op welke manier kun je de betekenis van een onbekend woord vinden?
Slide 4 - Open vraag
Opdracht 2
Wat is de betekenis van de volgende woorden?
Sleep het juiste woord - betekenis bij elkaar.
Slide 5 - Tekstslide
over iets praten en proberen het eens te worden
streek
te zien
voortdurend, steeds
voorwerpen, dingen
was bedoeld als
oorzaak
regio
waarneembaar
objecten
diende als
continu
onderhandelen
bron
Slide 6 - Sleepvraag
Sommige mensen lopen....... te zeuren om niks.
A
eventueel
B
in opdracht van
C
continu
D
vermoeden
Slide 7 - Quizvraag
De groene lijnen op het schoolplein...... grenslijn tussen onderbouw- en bovenbouwplein.
A
in opdracht van
B
vermoeden
C
dienen als
D
door middel van
Slide 8 - Quizvraag
Ik loop de route in circa een uur.
A
ongeveer
B
precies
C
kilometers
D
snel
Slide 9 - Quizvraag
Het figuur is asymmetrisch. Tegenovergestelde voor asymmetrisch.
A
rond
B
aan beide kanten gelijk
C
aan beide kanten ongelijk
D
vierkant
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent 'het conflict'?
A
de leider
B
het gevolg
C
de strijd
D
de werkwijze
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent 'kommer en kwel'?
A
helemaal in orde, gezond
B
versiering, iets dat heel erg mooi is
C
hoe je het ook bekijkt
D
een en al ellende
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent 'frequent'?
A
alleen
B
enorm
C
natuurlijk
D
vaak
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent 'pracht en praal'?
A
helemaal in orde, gezond
B
versiering, iets dat heel erg mooi is
C
hoe je het ook bekijkt
D
niet goed
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent 'verontwaardigd'?
A
kwaad
B
natuurlijk
C
huidige
D
vriendschappelijk
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Welk ander woord voor 'verzuim' staat in de tekst?
timer
1:00
Slide 17 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van het woord: eventueel. De ............schade aan je nieuwe fiets kun je opgeven bij de verzekering.
Slide 18 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van het woord. regio Vorige week stond mijn overwinning de .......... krant.
Slide 19 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van het woord. Onderhandelen De ministers zijn nog in ........ over de nieuwe loonmaatregel.
Slide 20 - Open vraag
Kies steeds het juiste synoniem.
instructie
A
huidige
B
bedoeling
C
tarief
D
uitleg
Slide 21 - Quizvraag
Kies steeds het juiste synoniem.
aangekomen
A
vertrokken
B
gearriveerd
C
bezig
D
onderweg
Slide 22 - Quizvraag
Kies steeds het juiste synoniem.
komische
A
grappige
B
huidige
C
saaie
D
vervelende
Slide 23 - Quizvraag
De Chinese muur diende als verdedigingswal tegen aanvallen van Hunnen, Mongolen en de Mansjoes. Continu vielen deze volken China binnen de noordelijke grenzen. Iedere nieuwe Chinese heerser zat met het dilemma wat tegen deze aanvallen te doen. De heersers stonden voor deze moeilijke keuze, want ze konden zich verdedigen door oorlog voeren, onderhandelen of een muur bouwen. Ze kozen voor een muur, want oorlogen zijn te risicovol.
Wat is volgens de tekst een dilemma?
timer
1:30
Slide 24 - Open vraag
Lees de zin en beantwoord de vraag.
1. Om het kasteel ligt een groot terrein. Op het perceel staan fruitbomen en een paardenstal.
Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?
Door het geven van.....
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
een voorbeeld
Slide 25 - Quizvraag
Lees de zin en beantwoord de vraag.
2. Een grensrechter is iemand die de scheidsrechter bij voetbal ondersteunt.
Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?
Door het geven van......
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
voorbeelden
Slide 26 - Quizvraag
Wat betekent het woorddeel -overschrijdend in de volgende zin?
3. Omdat Carlo grensoverschrijdend gedrag had vertoond, mocht hij niet mee op excursie.
A
wat overgaat
B
wat te ver gaat
Slide 27 - Quizvraag
Lees de zin.
4. Geef de juiste betekenis van het woord diabetes en de woordraadstrategie die bij de zin past. Mijn tante lijdt aan diabetes, dat wil zeggen suikerziekte. betekenis = woordraadstrategie=
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Open vraag
Wat wordt bedoeld met ‘de nationale driekleur’ (al. 4)?