In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
WELKOM!
- Jas op de kapstok!
- Telefoon op tafel en log alvast in!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Huiswerk laten zien!
- Herhalen theorie over woordraadstrategieën.
- Interactieve les (quiz)
- Huiswerk
Lesdoel: (H1) Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden.
Slide 2 - Tekstslide
Op welke manier kun je de betekenis van een onbekend woord vinden?
Slide 3 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van het woord: eventueel. De ............schade aan je nieuwe fiets kun je opgeven bij de verzekering.
Slide 4 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van het woord. regio Vorige week stond mijn overwinning de .......... krant.
Slide 5 - Open vraag
Noteer de juiste vorm van het woord. Onderhandelen De ministers zijn nog in ........ over de nieuwe loonmaatregel.
Slide 6 - Open vraag
Kies steeds het juiste synoniem.
instructie
A
huidige
B
bedoeling
C
tarief
D
uitleg
Slide 7 - Quizvraag
Kies steeds het juiste synoniem.
aangekomen
A
vertrokken
B
gearriveerd
C
bezig
D
onderweg
Slide 8 - Quizvraag
Kies steeds het juiste synoniem.
komische
A
grappige
B
huidige
C
saaie
D
vervelende
Slide 9 - Quizvraag
De Chinese muur diende als verdedigingswal tegen aanvallen van Hunnen, Mongolen en de Mansjoes. Continu vielen deze volken China binnen de noordelijke grenzen. Iedere nieuwe Chinese heerser zat met het dilemma wat tegen deze aanvallen te doen. De heersers stonden voor deze moeilijke keuze, want ze konden zich verdedigen door oorlog voeren, onderhandelen of een muur bouwen. Ze kozen voor een muur, want oorlogen zijn te risicovol.
Wat is volgens de tekst een dilemma?
timer
1:30
Slide 10 - Open vraag
Lees de zin en beantwoord de vraag.
1. Om het kasteel ligt een groot terrein. Op het perceel staan fruitbomen en een paardenstal.
Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?
Door het geven van.....
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
een voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
Lees de zin en beantwoord de vraag.
2. Een grensrechter is iemand die de scheidsrechter bij voetbal ondersteunt.
Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?
Door het geven van......
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
voorbeelden
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het woorddeel -overschrijdend in de volgende zin?
3. Omdat Carlo grensoverschrijdend gedrag had vertoond, mocht hij niet mee op excursie.
A
wat overgaat
B
wat te ver gaat
Slide 13 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met ‘de nationale driekleur’ (al. 4)?