Hoe gebruik je leestekens?
* Zet een punt achter elke zin die een mededeling bevat.
* Zet achter een vragende zin een vraagteken.
* Zet een komma tussen twee persoonsvormen.
* Zet voor de volgende verbindingswoorden een komma: doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, want, zodat, zodra, etc.
* Zet geen komma voor en.