Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. Dat noem je het woordgeslacht. Het woordgeslacht kun je opzoeken in een (online) woordenboek.
bij mannelijke en vrouwelijke woorden gebruik je de, deze en die.
bijvoorbeeld: de beker, deze beker, die beker
Voor onzijdige woorden gebruik je het, dit en dat
bijvoorbeeld: het toernooi, dit toernooi, dat toernooi.