Stap 1: voorbereiden. Denk even na over het onderwerp (zelf) of klets er met iemand over (in een twee- of drietal).
Stap 2: einde voor ogen. Bedenk waar je uiteindelijk naar toe wil werken, dus eigenlijk begin je met het slot (in je hoofd).
Stap 3: begin met schrijven. Het is niet erg als je verderop ineens denkt: ik verander het begin even helemaal. Het is ook niet erg als je op een ander slot/eindpunt uitkomt, dan je vooraf had bedacht. Laat je gedachten de vrije loop.
TIP: Houd tijdens het schrijven vooral de structuur in de gaten, door regelmatig signaalwoorden te gebruiken! Voorbeelden: Ook, bovendien, daarnaast, verder, ten eerste, ten tweede, maar, daarentegen, toch, hoewel, kortom, dus, aan de ene kant/aan de andere kant, etc.