Herhaling Grammatica

Good morning, lads and ladies!
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Good morning, lads and ladies!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning for today:
  • Kahoot by Nicky and Jada                                                                10'
  • Grammar Recap                                                                                     15'
  • Study time!                                                                                               15'
  • Quizlet                                                                                                        15'

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar Recap Theme 4 & 6
  • Plurals
  • Future
  • Past vs Present Tense
  • Pitfalls 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals
  • Basisregel: [noun] + (e)s
plants, foxes, buses, windows, doors
  • eindigt op medeklinker+y             medeklinker + ies
parties, babies, pennies
  • eindigt op -o             + es
potatoes, echoes, heroes

LET OP:
eindigt op -ey         -eys
keys, donkeys, monkeys

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals
Uitzonderingen:
  • eindigt op -f/-fe              -ves
scarves, wives, dwarves, elves
  • onregelmatige meervouden
men, women, mice, geese, teeth
  • blijven hetzelfde
sheep, fish, jeans, glasses

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Give the plural form of:
house

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Give the plural form of:
foot

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Give the plural form of:
leaf

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Give the plural form of:
monkey

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Last one!
Give the plural form of:
Fish

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verb Tenses
         Past Simple
         Past Continuous
         Present Simple
         Present Perfect
         Present Continuous
         Future Simple (Pres. Simple                     Future)
         Future Will & Going To

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future Tenses
  1.  Present Simple
  2. Going to
  3. Will/Shall

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future Tenses
1. Present Simple
Gebruik
- als je het hebt over een dienstregeling, rooster of reisschema.
Vorm: Verb (+s, SHIT-Rule)

The train leaves in three minutes.
The bus arrives at 14:30.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future Tenses
2. Going to + full verb
Gebruik:
- als je wilt aangeven dat iemand iets in de toekomst van plan is. - als je een voorspelling doet waar je bewijs voor hebt, bijv.:

Look at those dark clouds! It is going to rain.
(Kijk eens naar die donkere wolken! Het gaat zo regenen.)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future Tenses
2. Going to + het hele werkwoord
Vorm:
am / are / is + going to + full verb

- I am going to walk to the station in ten minutes.
- He is going to eat some fruit.
- They are going to visit the museum next week.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future Tenses
3. Will/ Shall

Shall: Bij spontane besluiten
Shall I carry that bag for you?

Will: Bij iets dat je zult doen
We will go to Venice some time next year.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future 
Tenses

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the correct form of the future tense:
According to the newspaper, the broadcast of the Eurovision Song Contest ..... at 9 p.m. this evening.
A
will start
B
is going to start
C
starts

Slide 19 - Quizvraag

Starts = scheduled events. 
Meest mogelijke zekerheid
Fill in the correct form of the future tense:
I promise you that I ...... the broadcast tonight.
A
will not watch
B
am not going to watch
C
do not watch

Slide 20 - Quizvraag

will not watch: promise 
Je moet me maar op mijn woord geloven
Redelijke zekerheid
The polls suggest that Italy ..... tonight's Eurovision Song Contest.
A
will win
B
is going to win
C
wins

Slide 21 - Quizvraag

Prediction based on proof (the polls)
Enige zekerheid
Look at the clouds, it looks like it ... (to rain)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The bus ... (to leave) at 8 pm.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Will or Shall
... you help me?
A
Will
B
Shall

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Will or Shall
... I help you?
A
Will
B
Shall

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Simple vs Continuous tense
Present and Past

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
stam vh woord (to weghalen)
shit-regel: stam+s
  • Something happens regularly
"I drive to work every day."

  • Facts
"A day lasts 24 hours."
Present Continuous
to be + werkwoor+ing
  • Something is happening right now

"Listen! The birds are singing."

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple

Key words:
  • Never, always, sometimes, often
  • Every day/month/week
  • Once a year
Present Continuous

Key words:
  • now
  • right now
  • at this moment
  • "Listen!" or "Look!" 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
stam+ed
  • Something happened (and finished) in the past

"I drove to work yesterday."
"I travelled to Italy last week."
Past Continuous
was/were + werkwoord+ing
  • Something happened in the past for a longer period
  • Often combined with past simple

"I was watching a movie when my phone rang."

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple

Key words:
  • yesterday
  • last week/month/year
Past Continuous

 Key words:
  • While
  • When
  • As

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vorm je de Past Continuous?
A
am/is/are + ww met ing
B
was/were + ww met ing
C
can / could /may
D
do /does

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De shit-regel hoort bij?
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tijd geeft aan dat je nu iets aan het doen bent?
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tijd geeft aan dat je iets regelmatig doet of dat iets een feit is?
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I _____ my homework when she called.
A
done
B
were doing
C
did
D
was doing

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My sister _____ the dishes while
I _____ TV.
A
did - was watching
B
was doing - was watching
C
did - watched
D
does - watch

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pitfalls
  • to / two / too
  • then / than
  • it's / its
  • they're / their / there
  • we're / were / where
  • you're / your
  • who's / whose

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pitfalls
  • to / two / too
  • then / than
  • it's / its
  • they're / their / there
  • we're / were / where
  • you're / your
  • who's / whose
Pronoun + to be
(persoonlijk voornaamwoord)
       it is / they are / we are / 
       you are / who is

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To
Too
I'm going ___ France.
It's fun __ read books.
Are you cold ___?
It's way __ busy here.
I don't like her, she's __ arrogant.
He gave it __ me.

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

My friend drove me ___ my doctor's appointmment.
timer
0:10
A
to
B
too

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't know how ___ do these exercises. Can you help?
timer
0:10
A
to
B
too

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dad's company made more profit ___ last year.
timer
0:10
A
then
B
than

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

First we went through customs and ___ we picked up our luggage.
timer
0:10
A
then
B
than

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It looked like ___ wasn't anything they could do.
timer
0:10
A
there
B
their
C
they're

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_1_ going to love going _2_,
I heard _3_ food is the best!
timer
0:15
A
1 =their, 2=there, 3 =they're
B
1=there, 2=their, 3=they're
C
1=they're, 2=there, 3=their
D
1=they're, 2=their, 3=there

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You made it around the track in under a minute, ____ fast!
timer
0:10
A
your
B
you're

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

___ really hard to tell the difference between a jaguar and a leopard.
timer
0:10
A
It's
B
Its

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The museum needs to update ___ online schedule for summer.
timer
0:10
A
it's
B
its

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Study Time!                                15'
Study for any subject! Use your time well.
Pleas do this quietly and alone!
timer
15:00

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof Engels Toetsweek 4
Theme 4 
  • Vocabulary (EN-NE) pp.48-49
  • Grammar p. 51 (en/of p.26 & p.42)
Theme 6
  • Grammar p. 149 (en/of p.125 & p.141)
Boek B!

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Good Luck

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies