B/K 3.1 en 3.2

Paragraaf 3.1 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.1 

Slide 1 - Tekstslide

Welke soorten grafieken ken je?

Slide 2 - Woordweb

Programma
1. Uitleg paragraaf 1
2. Zelfstandig werken 
3. Zelfstandig uitleg paragraaf 2
4. Zelfstandig werken 
5. Afsluiten 
Doel: aan het einde van de les herken je de grafieken

Slide 3 - Tekstslide

vloeiende kromme: 1, 3, 4 
Lineaire grafiek      : 2, 6 
Periodieke grafiek : 5 

Slide 4 - Tekstslide

Vloeiende kromme:
De grafiek loopt gebogen. Vloeiende lijn uit de hand getekend. 

Lineaire grafiek: 
Rechte lijn, langs de liniaal getekend. 


Periodieke grafiek: 
Golfbeweging die steeds terug komt. (hartslag, eb-vloed)

Slide 5 - Tekstslide

Grafieken tekenen 
1)Formule ==>                      2)Tabel ==>                     3)Grafiek
1) aantal = 3 x tijd + 15.
2) Tabel vullen door tijd in te vullen.
3) Zet puntjes in de grafiek en teken de lijn. 

Let op! Is het een rechte lijn? vloeiende krommen?

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Basis : 1 t/m 7

Kader: 1 t/m 7

Slide 7 - Tekstslide

Inleveropdracht - Lever een foto van opdracht 5 in door een foto te maken

Slide 8 - Open vraag

3.2 Grafieken bij formules
Basis en kader apart klik op het juiste niveau. 

Slide 9 - Tekstslide

Kader
Verschil woordformule - letterformule

Lengte = 5 x aantal uur + 3 
L = 5A + 3                                   L = lengte in meter en A = tijd in uren
L en A noemen we variabelen 
Meter en Uren noemen we eenheden

Slide 10 - Tekstslide

Formule gebruik
L = 5A + 3, vul in A = 2
5 x 2 + 3 = 13                              5A betekend dus 5 x A 

Slide 11 - Tekstslide

De formule 
Inhoud in liters = 500 - 110 x tijd in dagen 
startgetal                      = 500 ( het getal wat los staat) 
Richtingscoëficient = 110 ( per één stapje naar rechts gaat hij                                                       110 omlaag)




Slide 12 - Tekstslide

Van formule na grafiek
1) Bepaal de lengte van de horizontale as. (gelijke stapgrootte, maak deze niet langer dan 10 cm)

2) Vul het eerste en laatste cijfer in bij de formule. 

3) Teken deze twee punten en trek een rechte lijn.
Pagina 129/130

Slide 13 - Tekstslide

Formules tekenen
lengte in cm = 20 - 3,5 x tijd in uren 
Het word dat niet bij de - of + staat is het begingetal. 
Nu = 20 

Hoogte in meter = 180 + 2,5 x tijd in minuten 
Nu is het begingetal 180

Slide 14 - Tekstslide

Grafiek tekenen
1) Zet een punt bij de verticale as bij het begingetal. 
2) Wat is het grootste getal op de horizontale as? Vul deze in bij de formule. 
3) Zet ook hier een punt.
4) Trek een rechte lijn met je liniaal.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Basis 
8 t/m 17

Kader 
8 t/m 24 

Slide 16 - Tekstslide

Welke stappen moet je doen zodat je een grafiek kan tekenen?

Slide 17 - Open vraag