BS 7 Gedrag

BS 7 Gedrag
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 7 Gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kunt de volgende begrippen uitleggen:
- prikkel, respons
- inwendige en uitwendige prikkel
- aangeboren en aangeleerd gedrag
Je weet wat de functie van gedrag is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is gedrag?

Slide 3 - Woordweb

gedrag: alle waarneembare activiteiten van een dier (ook mens). Dit hoeft niet alleen beweging te zijn. Slapen is bijvoorbeeld ook gedrag. De ethologie bestudeert het gedrag van dieren.

Gedrag is gericht op overleven, het instandhouden van een evenwicht. Dit kan alleen door een passende reactie op prikkels uit de omgeving. Prikkels zijn invloeden uit het milieu op een organisme. De reactie is de respons van het organisme.
Gedrag: alle waarneembare activiteiten van een dier (ook mens). Dit hoeft niet alleen beweging te zijn. Slapen is bijvoorbeeld ook gedrag. De ethologie bestudeert het gedrag van dieren.

Gedrag is gericht op overleven, het instandhouden van een evenwicht. Dit kan alleen door een passende reactie op prikkels uit de omgeving. Prikkels zijn invloeden uit het milieu op een organisme. De reactie is de respons van het organisme.

Slide 4 - Tekstslide

Gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen (gedragselementen). Handelingen met een gemeenschappelijk doel vormen samen een gedragssysteem.

Hebben de handelingen een vaste volgorde, dan heet dat een gedragsketen.

Slide 5 - Tekstslide

gedragsketen

Slide 6 - Tekstslide

Beïnvloeding van gedrag
Door alcohol, drugs en, of medicijnen.
Sommige stoffen hebben een verdovende werking op je zintuigen en hersenen.
Andere stoffen activeren de zintuigen en hersenen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Alcohol kan invloed hebben op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 10 - Quizvraag

De lever maakt alcohol onschadelijk en de nieren zorgen dat de alcohol het lichaam verlaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoe lang duurt het voor je lever glas alcohol (10 gram alcohol) uit je bloed heeft gehaald?
A
1 uur
B
1,5 uur
C
2 uur
D
2,5 uur

Slide 12 - Quizvraag

Van alcohol wordt je minder moe, alcohol is dus:
A
Een opwekkend middel
B
Een verdovend middel
C
Een opwekkend en verdovend middel
D
Geen van deze antwoorden, omdat alcohol geen drugs is

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurd er bij een alcohol vergiftiging?
A
je bent erg lacherig
B
je hersenen vallen uit
C
je wordt misselijk

Slide 14 - Quizvraag

Heb je zelf alcohol gedronken/geproefd?
(anoniem)
nee, nooit
ja, een slokje van mijn ouders
ja een glaasje bij mijn ouders
ja, een slokje bij vrienden
ja, een glas bij vrienden

Slide 15 - Poll

Wat is een goede reden voor jou om geen alcohol te drinken?
mag niet van mijn ouders
de wet: te jong
ik ben er bang voor
te duur

Slide 16 - Poll

Huiswerk
Lezen basisstof 6, 7 en 8: blz. 72 t/m 81
Maken opdracht: 25, 27, 28, 29 en 30: blz. 64 en 65

Slide 17 - Tekstslide