Via Vervolg 1F Deel A Thema 3 H5 Gesprekken voeren, spreken & luisteren

Thema 3 H5 Gesprekken voeren, spreken & luisteren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 H5 Gesprekken voeren, spreken & luisteren

Slide 1 - Tekstslide

mondelinge presentatie

Slide 2 - Woordweb

Doel van de les
lesdoel: Je weet waar je op moet letten om een goede mondelinge presentatie te geven en kunt dit vervolgens toepassen in een eigen presentatie.

werkcompetentie: samenwerken; je kunt samen een presentatie voorbereiden en je kunt deze vervolgens zelf presenteren.

Slide 3 - Tekstslide

Mondelinge presentatie
Een mondelinge presentatie is een verhaal met informatie dat je aan een publiek vertelt. Soms bestaat het publiek uit mensen die je kent, zoals klasgenoten en je docent. Soms bestaat het publiek uit mensen die je niet kent, zoals klanten.

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw presentatie
Een presentatie bestaat uit vaste onderdelen:


inleiding
Je stelt jezelf voor aan het publiek.
Je vertelt wat het onderwerp van jouw presentatie is.
middenstuk
Je vertelt de informatie over je onderwerp.
Je gebruikt hulpmiddelen om je verhaal leuker en duidelijker te maken. Dit kunnen voorwerpen en foto's zijn.
slot
Je sluit je presentatie af.
Je vraagt of het publiek nog vragen heeft.
Je bedankt het publiek voor het luisteren.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiden presentatie
Het is belangrijk om je goed voor te bereiden op een presentatie. Je moet erover nadenken welke informatie je over een onderwerp wilt vertellen. Ook moet je weten wie je publiek is. Als je weet wie je publiek is, kun je jouw taalgebruik daarop aanpassen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbereiden presentatie
Als je een presentatie voorbereidt, zijn de volgende vragen belangrijk:
1. Wat is het onderwerp van de presentatie?
2. Wie is het publiek tijdens de presentatie?
3. Hoe lang mag de presentatie duren?
4. Welke informatie over het onderwerp heb je nodig om de presentatie te geven

Slide 7 - Tekstslide

Krachtige presentatie
De informatie die je tijdens een presentatie geeft moet kloppen. Het is belangrijk dat je precies weet wat je over een onderwerp wilt vertellen. Begin op tijd met het zoeken naar informatie. Gebruik verschillende bronnen bij het zoeken.  

Slide 8 - Tekstslide

Wat wordt er bij het zoeken naar informatie bedoeld met een 'bron'?
A
Een bron vertelt je wie een tekst heeft geschreven of waar het vandaan komt.
B
Een bron is de plek waar water uit de grond komt.
C
Een bron is de oorsprong van een rivier.
D
Een bron is een overblijfsel met informatie over het verleden.

Slide 9 - Quizvraag

Betrouwbare informatie
De informatie die je zoekt moet betrouwbaar zijn. Zoek daarom vooral naar feiten
Een feit is informatie waarvan je kunt bewijzen dat het waar is. 
Een mening is wat jij of iemand ergens van vindt. Geef je mening in een presentatie alleen als er naar gevraagd wordt. 

Slide 10 - Tekstslide

In deze bron staan
feiten/meningen
A
feiten
B
meningen

Slide 11 - Quizvraag



Feit of mening?

A
mening
B
feit

Slide 12 - Quizvraag

Repeteren
Voordat je gaat presenteren, moet je de presentatie goed oefenen. Het is handig dit hardop te doen. Vraag of iemand naar je presentatie wil luisteren of oefen voor een spiegel. 

Slide 13 - Tekstslide

Repeteren: waar let je op?
- Spreek duidelijk en verstaanbaar.
- Spreek rustig.
- Maak korte zinnen.
- Maak contact met je publiek (rondkijken).
- Zorg voor een verzorgde uitstraling.
- Zorg dat de presentatie niet te lang of te kort is dan afgesproken.

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maak de opdrachten 1 t/m 8 
blz. 253-269

Slide 15 - Tekstslide