Mondeling betoog houden

Nederlands - Betoog
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag op het programma...
  • Voorbereiden mondeling betoog over de stelling die je gekozen hebt.

  • Uitleg mondelinge examens; spreken en gesprekken voeren 3F.

Slide 2 - Tekstslide

Welk doel wil je bereiken met
het mondelinge betoog?

Slide 3 - Woordweb

Wat vertel je allemaal
in de inleiding
van je betoog?

Slide 4 - Woordweb

Wat noem je zoal
in het middenstuk
van je presentatie?

Slide 5 - Woordweb

Hoe eindig je
je presentatie?

Slide 6 - Woordweb

Opbouw mondeling betoog
Je maakt een PowerPoint presentatie van 6 dia's
  1. Inleiding - noem duidelijk wat je standpunt is.
  2. Argument 1
  3. Argument 2
  4. Argument 3
  5. Tegenargument én weerlegging
  6. Slot - nog een keer je standpunt.



De presentatie duurt
ca. 5 minuten!
Je presenteert aan een klein groepje in een break-out room.
Je neemt jullie vergadering op, zodat ik de presentaties allemaal kan beoordelen.

Slide 7 - Tekstslide

Overtuigen
Een betoog houden​

Je geeft je mening over een bepaald onderwerp. Je wilt dat de luisteraar het met je eens wordt. Daarvoor geef je argumenten. Voorbeelden: vlog, debat, betoog, een productpresentatie, discussie.​

Slide 8 - Tekstslide

Waar wordt je allemaal op beoordeeld
bij je mondelinge betoog?

Slide 9 - Woordweb

1. Inhoud
  • De kandidaat leidt het onderwerp in.
  • De kandidaat benoemt zijn/haar standpunt.
  • De kandidaat onderbouwt zijn/haar mening met drie argumenten.
  • De kandidaat bedenkt een tegenargument en weerlegt dit.
  • De kandidaat trekt tot slot een conclusie.

Slide 10 - Tekstslide

Op welke manier kun je
je onderwerp introduceren bij je publiek?
A
Persoonlijke ervaring noemen
B
Historische achtergrond benoemen
C
Verwijzen naar een actuele gebeurtenis
D
Een prikkelende vraag stellen aan het publiek

Slide 11 - Quizvraag

2. Samenhang
  • Maakt gebruik van signaal- en verbindingswoorden om zinnen te verbinden tot een heldere, samenhangende tekst. 

  • Kan, indien nodig, het publiek de opbouw en structuur duidelijk maken en volgt deze ook.

Slide 12 - Tekstslide

Je gaat een presentatie geven aan professionals uit de modewereld (ofwel je klasgenoten). Wat voor taalgebruik hanteer je tijdens je presentatie?
A
Formeel
B
Informeel
C
Een mix van formeel en informeel

Slide 13 - Quizvraag

Wat lijkt jou het moeilijkste onderdeel?
Inhoud
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op publiek
Woordenschat en woordgebruik
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Slide 14 - Poll

Zelf aan de slag
  1. Ga nadenken over een stelling voor je betoog;
  2. Ga op zoek naar informatie over je stelling;
  3. Bedenk 3 argumenten en 2 tegenargumenten;
  4.  Denk na over je inleiding
  5. Maak een PowerPoint-presentatie van zes dia's;
  6. Denk  na over je slot;
  7. Bereid je mondelinge en schriftelijk betoog voor, zodat je deze tijdens je mondelingen examen kunt presenteren.

  8. Meer info staat op It's Learning: "8. Mondelinge presentatie standpunt".


Slide 15 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Tekstslide