Les 6: Gedocumenteerd schrijven, het betoog, aanvaardbaarheid van argumentatie

Les 6: Gedocumenteerd schrijven: het betoog, aanvaardbaarheid van argumentatie

Nederlands

Criteria voor een goede argumentatie:

1. De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar;
2. De argumenten zijn relevant;
3. De argumenten zijn onderling consistent;
4. De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt.

Aanvaardbaar

• Waarderend argument: het publiek deelt de kennis en de opvattingen. > Je kunt beter een korte broek aan bij 35 graden, want een lange broek vind ik veel te warm.

• Feitelijk argument (voldoet aan aan een van de volgende eisen):                   > komt overeen met algemene kennis van het publiek;                                           > is makkelijk te controleren en blijkt bij controle waar te zijn;

       > de bron is betrouwbaar.

Wanneer is een bron betrouwbaar?

• is deskundig;
• is onafhankelijk (heeft geen belang bij deze kwestie);
• spreekt zichzelf niet tegen.

Veel mensen zijn tevreden met de huidige regering. Dit blijkt uit een enquête onder VVD-leden, waarin 60% aangaf het beleid te steunen.

1. Aanvaardbaar, want deskundigen geven hun mening.
2. Onaanvaardbaar, want de bron spreekt zichzelf tegen.
3. Aanvaardbaar, want de cijfers zijn controleerbaar.
4. Onaanvaardbaar, want de bron is niet onafhankelijk.

Relevant, consistent, toereikend

• Een argument is relevant als het standpunt daardoor aannemelijker wordt (dus geen drogreden).
• Argumenten zijn onderling consistent wanneer ze elkaar niet tegenspreken.
• Argumenten zijn toereikend (=voldoende) wanneer ze samen het standpunt aanvaardbaar maken.

Verder nog belangrijk:

Controleer, indien gevraagd, de argumenten op:

• drogredenen;
• voldoende weerlegging;
• onderbouwing met subargumenten.

De bron

Feitelijke uitspraken

Waarderende uitspraken

De argumenten zijn relevant

De feitelijke uitspraken zijn afkomstig uit een betrouwbare bron

De bron is deskundig

Argumenten spreken elkaar niet tegen

De bron spreekt zichzelf niet tegen

In een tekst lees je verouderde gegevens: de informatie is gedateerd. Wat betrek je in je antwoord?

1. Kennis van de wereld
2. Deskundigheid van de bron
3. Kennis en opvattingen van de lezer
4. Consistentie van argumentatie

De argumentatie zit logisch in elkaar, maar steekhoudende argumenten ontbreken.

1. Partijdigheid van de bron
2. Toereikendheid van argumentatie
3. Controleerbaarheid van de uitspraken
4. Kennis van de wereld

De schrijver gebruikt ten onrechte informatie uit propagandamateriaal in zijn argumenten.

1. Partijdigheid van de bron
2. Relevantie van de argumenten
3. Consistentie van de bron
4. Toereikendheid van argumentatie

De schrijver verandert halverwege de tekst van opvatting over het onderwerp.

1. Partijdigheid van de bron
2. Controleerbaarheid van de uitspraken
3. Toereikendheid van de argumentatie
4. Consistentie van de argumentatie

aan de slag

Maak van Talent H3 opdrachten bij tekst 4 (blz.63) vraag 1 t/m 3