2H - H9 Ruimtefiguren en vergrotingen (3.1+3.2)

Welkom!

Leg klaar:

Je laptop (dicht)

Ruitjesschrift

Etui

Rekenmachine

1 / 11

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Leg klaar:

Je laptop (dicht)

Ruitjesschrift

Etui

Rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.4/2.5 Onbekende afmetingen berekenen

Bereken de straal.

Slide 2 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.4/2.5 Onbekende afmetingen berekenen

I n h o u d = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot r^{​ 2 ​ ​} \cdot h o o g t e

38, 7 = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot 3^{​ 2 ​ ​} \cdot h o o g t e

h o o g t e = 38, 7 : (\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot r^{​ 2 ​ ​})

h o o g t e \approx 4, 1 c m

Slide 3 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.4/2.5 Onbekende afmetingen berekenen

Bereken de straal.

I n h o u d = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot r^{​ 2 ​ ​} \cdot h o o g t e

56, 6 = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot r^{​ 2 ​ ​} \cdot 6

r^{​ 2 ​ ​} = 56, 6 : (\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot 6)

r^{​ 2 ​ ​} = 9, 008 . . .

r = \sqrt ​ 9, 008 . . . ​ ​ ​ \approx 3

Slide 4 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.6 Oppervlakte van een piramide berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

2.6 Oppervlakte van een piramide berekenen

Opp. grondvlak = 18x10 = 180

Opp. zijvlak = 0,5x10x15 = 75

Opp. zijvlak = 0,5x18x13 = 117

Opp. piramide = 180 + 2x75 + 2x117 = 564 cm2

Slide 6 - Tekstslide

H1 Lineaire verbanden

3.1 -> De inhoud van een bol berekenen

3.2 -> De inhoud van een bol berekenen in een context

Slide 7 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

3.1 -> De inhoud van een bol berekenen

Slide 8 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

3.2 -> De inhoud van een bol berekenen in een context

Slide 9 - Tekstslide

Je kan lineaire verbanden herkennen

3.2 -> De inhoud van een bol berekenen in een context

s t r a a l = 62 : 2 = 31 m m = 3, 1 c m

i n h o u d = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot π \cdot 3, 1^{​ 3 ​ ​} = 124, 788 . . . c m^{​ 3 ​ ​}

124, 788 . . . \cdot 1, 7 = 212, 140 . . . g r a m

1 b a l \approx 212 g r a m

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk

Maken: 3.1 + 3.2

Slide 11 - Tekstslide

2H - H9 Ruimtefiguren en vergrotingen (3.1+3.2)

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

2H - H9 Ruimtefiguren en vergrotingen (2.1-2.6)

BAS les 3

Formule bij tabel maken

1TH - H11 Ruimtefiguren Les 2 (2.1 t/m 2.4)

2H - H1 Lineaire verbanden Les 5 (2.4 + 2.5 + 2.6)

2TL - H2 Diagrammen & Centrummaten Les 5 (3.2)

3H - H1 Lineaire verbanden Les 8 (3.1 + 3.2)

Grafieken en punten erop