Week 2 - les 1 - (De vroege middeleeuwen-Leenstelstel)

    Tijdvak 3: Monniken & Ridders 
Week 2 - les 1 
(T/H/V)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

    Tijdvak 3: Monniken & Ridders 
Week 2 - les 1 
(T/H/V)

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Herhaling: Test jezelf! (10 min) 
2. Nakijken huiswerk les 1 (10 min) 
3. Huiswerk (20 min) 


Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding. De vroege middeleeuwse standensamenleving bestond uit drie standen. Schrijf ze op van boven naar beneden. (leerdoel 2)
1
2
3

Slide 3 - Open vraag

Welke tijden horen bij tijdvak 3? (leerdoel 1)
A
het jaar 0 tot 1000
B
het jaar 500 na Chr. tot na Chr. 1000
C
het jaar 500 v.Chr. tot 1000 na Chr.
D
het jaar 500 v.chr. tot 500 na Chr.

Slide 4 - Quizvraag

Juist of onjuist: De adel hield zich vooral bezig met oorlog voeren en besturen van gebieden (leerdoel 2)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist: De geestelijkheid hield zich bezig met het regelen van kerkdiensten en het verspreiden van het Christendom. (leerdoel 2)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Kort: Doel 1 & 2
Doel 1: Vroege middeleeuwen 500 n.Chr. 1000 n.Chr. 
Doel 2:
  • 1. Geestelijken: mensen die werkten voor de kerk. (Paus, kardinaal, bisschop, priester) 
  • 2. De adel: Rijke families die gebieden sturen en oorlog voerden. 
  • 3. De boeren: grootste laag van de bevolking, was vaak arm.
Dit noem je een standensamenleving.


1
2
3

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen week 2 - les 1 (t/H/V)
3. Je kunt beschrijven wat de gevolgen van de val van het West-Romeinse Rijk zijn.

4. Je kunt beschrijven wat het leenstelsel is en wat leenmannen zijn.
ALEEN HAVO/VWO!

6. (havo/vwo) Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote tot keizer gekroond werd.

7. (havo/vwo) Je kunt bewijzen dat Karel de Grote aandacht had voor het christendom, onderwijs en kunst

Slide 8 - Tekstslide

Einde van het West-Romeinse Rijk
A
313
B
391
C
476
D
33

Slide 9 - Quizvraag

 3. Gevolgen uiteenvallen west-Romeinse rijk
476 na Christus viel west-Romeinse rijk uiteen. 

3 gevolgen:
  • De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.
  • Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.
  • Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.

Slide 10 - Tekstslide

Karel de Grote & het leenstelsel: 4,6 & 7 
Karel de grote: Door veroveringen de machtigste west-Europese koning. Werd daarom tot keizer gekroond de door de paus (doel 6-havo/vwo)  

Leenstelsel: Karels rijk was zo groot dat hij het niet in zijn eentje kon besturen. Hij (leenheer) leende daarom land uit aan vertrouwelingen (leenmannen) die het in zijn plaats besturen. Dit het het leenstelsel. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag! 
Meer weten over Karel de Grote? Zie week 2 - les 1 in de studiewijzer. 

HAVO/VWO Geef zelf antwoord op leerdoel 7!

Slide 12 - Tekstslide