In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom in deze online les
- PROEFTOETS !!
Slide 1 - Tekstslide
Bij de overheid werken ............................................ en politici. Welk woord is weggelaten?
A
winkeliers
B
ambtenaren
C
bedrijven
Slide 2 - Quizvraag
Wie van de volgende mensen is politicus?
A
Politie agent
B
Commissaris van politie
C
Een burgemeester
D
Een ambtenaar die op het stadshuis werkt
Slide 3 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1: weinig files is van algemeen belang 2: goedkope mobiele telefoons zijn van algemeen belang
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Ambtenaren kunnen werken bij het Rijk, ................................... en de gemeente werken. Welke woorden zijn weggelaten?
A
de provincie
B
de grote bedrijven
C
in de handel
D
in hun eigen bedrijf
Slide 5 - Quizvraag
Op welke twee manieren kan de overheid meer geld krijgen?
A
De belastingen verlagen meer geld uitgeven
B
De belastingen verlagen en minder geld uitgeven
C
De belastingen verhogen en meer geld uitgeven
D
De belastingen verhogen en minder geld uitgeven
Slide 6 - Quizvraag
Bekijk de video op de volgende dia en beantwoord de vragen.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Schrijf de 4 grondrechten op die je in de video hebt gezien.
Slide 9 - Open vraag
Nederland is een democratie. Wat wil dat zeggen? Waar kun je dat aan merken?
Slide 10 - Open vraag
China is geen democratie maar een ...........................................
Slide 11 - Open vraag
DEMOCRATIE
DICTATUUR
Je mening mogen uiten
Mogen demonstreren
Het internet wordt gecontroleerd
Geloven in wat je wilt
Je mening uiten is gevaarlijk
Er is persvrijheid
Er is geen persvrijheid
Slide 12 - Sleepvraag
D66, CDA en ChristenUnie zijn politieke partijen die je: ............................... kunt noemen.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 13 - Quizvraag
GroenLinks, PartijvoordeDieren en de SP zijn politieke partijen die je: ................................... kunt noemen.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 14 - Quizvraag
De VVD en FvD zijn politieke partijen die je: ................................... kunt noemen.
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 15 - Quizvraag
Een linkse partij wil graag meer bemoeienis van de overheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Een rechtse partij wil graag meer bemoeienis van de overheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Zorgen voor elkaar is heel belangrijk. Van welke partijen komt deze uitspraak? Linkse partijen, middenpartijen of rechtse partijen?
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 18 - Quizvraag
Welke twee spelen de hoofdrol in het besturen van Nederland?
A
Tweede Kamer
B
Ministers
C
De koning
D
De wethouders
Slide 19 - Quizvraag
Tweede Kamerleden hebben 2 belangrijke taken. Eén daarvan is stemmen over besluiten. Welke taak hebben zij nog meer?
A
Kiezen wie Koning wordt
B
Besluiten uitvoeren
C
Ministers controleren
Slide 20 - Quizvraag
Door wie worden MINISTERS gecontroleerd of zij wetten goed uitvoeren?
Slide 21 - Open vraag
De Koning zit samen met de Ministers in de Tweede Kamer
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
De Koning heeft weinig macht omdat hij niet door het volk wordt gekozen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
De Koning heeft twee taken. Taak 1: Het voorlezen van de Troonrede op Prinsjesdag. Taak 2 = .............................................................