Paragraaf 2.4 Nederland: delfstoffen in Nederland

Hoofdstuk 2: Schatkist Aarde

Paragraaf 2.4 Wereld: Delfstoffen in Nederland

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Schatkist Aarde

Paragraaf 2.4 Wereld: Delfstoffen in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet welke delfstoffen in Nederland gewonnen worden

Je begrijpt waarom Nederland delfstoffen heeft

Je kunt met bodemdoorsneden aangeven waar aardolie, aardgas en aardolie in de Nederlandse ondergrond voorkomen

Slide 2 - Tekstslide

Precambrium
De eerste periode is het Precambrium:
  • De continenten verschijnen
  • De aarde bevroor meerdere malen
  • Er was allleen leven onder water
  • Aan het einde ontstonden de eerste levensvormen op het aardoppervlak

Paleozoïcum
De tweede periode is het Paleozoïcum.
  • continenten bewegen naar elkaar toe
  • supercontinent Pangea is gevormd
  • Tijdperk van de trilobieten: Trilobieten worden gekenmerkt door een lichaam dat zowel in de lengte- als in de breedte in drie stukken is gedeeld
Mesozoïcum
De derde periode is het Mesozoïcum:
  • planten en dieren veranderen
  • tijdperk van de dinosauriërs en ammonieten: Ammonieten behoren met hun opgerolde schelp tot de fraaiste fossielen. Het zijn de resten van een uitgestorven groep inktvissen
  • Pangea valt uit elkaar en huidige continenten ontstaan

Kenozoïcum
  • Tijdperk van de zoogdieren - langzoom ontstonden het leven zoals we dat nu kennen, met aan het einde de mens: 300.000 jaar geleden
  • uitsterven van dinosauriërs - 65 miljoen jaar geleden
  • leven zoals wij dat nu kennen ontstaat (met aan het einde de mens)

Slide 3 - Tekstslide

Noem een
energiebron

Slide 4 - Woordweb

Pure woordanalyse:
Wat is het verschil tussen fossiele energiebronnen en hernieuwbare energiebronnen

Slide 5 - Open vraag

Aantekening: 
- Fossiele energiebron:
Energiebron die ontstaan is uit resten van planten of dieren na verloop van miljoenen jaren. Deze kan uiteindelijk opraken. 

- Hernieuwbare energiebron: 
Energiebron die niet kan opraken. Voorbeelden: zon, water en wind. 

Slide 6 - Tekstslide

Fossiele energiebronnen
(bijv. aardolie / aardgas )
Hernieuwbare energiebronnen
(bijv. windenergie)

Slide 7 - Tekstslide

En hoe zit het met Nederland?
> Gebruikt voornamelijk aardgas (fossiel)
> Slechts een klein deel is door hernieuwbare bronnen. (12 %)
> Vroeger steenkool
(mijnen Zuid-Limburg)

Slide 8 - Tekstslide

Waarom zijn de mijnen in Limburg gesloten?

Slide 9 - Woordweb

Sluiting mijnen in Limburg
- winning is te duur
- te vervuilend
- aardgas in Groningen 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan in Groningen dan toch aardgas in de bodem zitten?

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Moedergesteente: steenkool; het gesteente waarin aardgas ontstaat.

Reservoirgesteente: poreuze gesteente waarin aardgas zit opgeslagen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

het moedergesteente van aardgas, is ontstaan tijdens het ....
A
krijt
B
carboon
C
perm
D
jura

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

het boren naar aardgas in Groningen heeft geen gevolgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de doorslaggevende reden om het het winnen van aardgas in Groningen te verminderen?
A
Economisch
B
Sociaal
C
Ecologisch

Slide 19 - Quizvraag

in Nederland halen we zout uit de grond voor de productie van chloor
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

In welke periode is het zout in de Nederlandse ondergrond ontstaan?
A
Krijt
B
Trias
C
Perm
D
Jura

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

in Nederland komt aardolie voor, dit is ontstaan in het ......
A
Krijt
B
Perm
C
Carboon
D
Jura

Slide 23 - Quizvraag

het reservoirgesteente voor aardolie is ontstaan tijdens het ......
A
krijt
B
carboon
C
perm
D
jura

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

In welke periode is kalksteen ontstaan?
A
Carboon
B
Krijt
C
Perm
D
Precambrium

Slide 27 - Quizvraag

Hoe ontstaat het kalksteen in Zuid-Limburg?
A
Door boven water levende dieren en hun kalkskeletten van miljoenen jaren geleden.
B
Door de mens.
C
Het is ontstaan door een komeet inslag.
D
Door onder water levende dieren en hun kalkskeletten van miljoenen jaren geleden.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Delfstoffen aan de oppervlakte (1)
In Nederland liggen dikke lagen zand en grind. 





Slide 30 - Tekstslide

Op welke drie manieren zijn de lagen zand en grind afgezet in Nederland?

Slide 31 - Open vraag


Waar gebruikt men zand en grind voor?

Slide 32 - Open vraag

Op welke plaatsen wordt klei gewonnen als grondstof?

Slide 33 - Open vraag

Hoe is het klei langs rivieren afgezet?

Slide 34 - Open vraag

Waar gebruikt men klei voor?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Beoordeel onderstaande stellingen en kies het juiste antwoord.
I Nederland moet veel delfstoffen importeren, maar Europa is zelfvoorzienend wat delfstoffen betreft.
II Nederland importeert metaalertsen en fossiele brandstoffen.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Onbewerkt materiaal om iets van te maken of fabriceren.
Grondstof die diep uit de aarde wordt gehaald (bv. steenkool)
Alle bruikbare producten uit de natuur.
Hulpbronnen die we telkens opnieuw kunnen gebruiken zoals zeeën, water, bossen en landbouwgrond.
Grondstoffen die op kunnen raken, omdat er maar een beperkte hoeveelheid van is (bijv. aardolie)
Grondstoffen
Delfstoffen
Natuurlijke hulpbronnen
Hernieuwbare hulpbronnen
Niet-hernieuwbare hulpbronnen

Slide 40 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je weet welke delfstoffen in Nederland gewonnen worden

Je begrijpt waarom Nederland delfstoffen heeft

Je kunt met bodemdoorsneden aangeven war aardolie, aardgas en aardolie in de Nederlandse ondergrond voorkomen

Slide 41 - Tekstslide

Noem 3 punten die je deze les hebt geleerd

Slide 42 - Open vraag

Noem 1 onderdeel die je nog moeilijk vindt van paragraaf 2.4

Slide 43 - Open vraag

Aan de slag met par 2.4
Maak de leerroute van paragraaf 2.4
Klaar? werk aan je PO

Slide 44 - Tekstslide