Oefentoets Paragraaf 8.3 De Nederlandse grondwet

De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Balkenende
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

In de grondwet staat niet hoe ons land bestuurd word.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

In het tweede hoofdstuk van de grondwet staan de grondrechten.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

In de grondwet staan voorschriften hoe de koning en de ministers moeten handelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

In de grondwet staat niet hoe de erfopvolging van de koning is geregeld.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

In de grondwet staat hoe de inrichting van de volksvertegenwoordiging moet zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

In de grondwet staat ook hoe wetten moeten worden gemaakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In de grondwet staan geen regels voor de rechtsspraak.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

In de grondwet wordt niet uitgelegd hoe de herziening van de grondwet in zijn werk gaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In de grondwet staat hoe provincies, gemeenten en waterschappen bestuurd moeten worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

In de grondwet staat alles van Nederland tot in detail uitgewerkt.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Thorbecke.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer de koning overlijd heeft het oudste kind voorrang bij erfopvolging.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

In 1845 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Thorbecke
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

In de grondwet staat hoe ons land bestuurd word.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

In het eerste hoofdstuk van de grondwet staan de grondrechten.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

In de grondwet staan geen voorschriften hoe de koning en de ministers moeten handelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

In de grondwet staat hoe de erfopvolging van de koning is geregeld.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

In de grondwet staat niet hoe de inrichting van de volksvertegenwoordiging moet zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

De Tweede en Eerste kamer is een volksvertegenwoordiging.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

In de grondwet staat niet hoe wetten moeten worden gemaakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

In de grondwet staan regels voor de rechtsspraak.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

In de grondwet wordt uitgelegd hoe de herziening van de grondwet in zijn werk gaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

In de grondwet staat niet hoe provincies, gemeenten en waterschappen bestuurd moeten worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

In de grondwet staat alles van Nederland tot in grote lijnen uitgewerkt.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Gaasbeek.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag