EXTRA Pub-quiz (8.3 en 8.4)
De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist
1 / 40
Onderdelen in deze les
De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quizvraag
De Tweede en Eerste kamer is een volksvertegenwoordiging.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
In de grondwet staat niet hoe de inrichting van de volksvertegenwoordiging moet zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
In de grondwet staat hoe de erfopvolging van de koning is geregeld.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
In de grondwet staan geen voorschriften hoe de koning en de ministers moeten handelen.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
In het eerste hoofdstuk van de grondwet staan de grondrechten.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
In de grondwet staat hoe ons land bestuurd word.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
In 1845 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Thorbecke
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer de koning overlijd heeft het oudste kind voorrang bij erfopvolging.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Thorbecke.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
In de grondwet staat alles van Nederland tot in detail uitgewerkt.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
In de grondwet staat hoe provincies, gemeenten en waterschappen bestuurd moeten worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
In de grondwet wordt niet uitgelegd hoe de herziening van de grondwet in zijn werk gaat.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
In de grondwet staan geen regels voor de rechtsspraak.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
In de grondwet staat ook hoe wetten moeten worden gemaakt.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De Tweede en Eerste kamer heeft niets met volksvertegenwoordiging te maken.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
In de grondwet staat hoe de inrichting van de volksvertegenwoordiging moet zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
In de grondwet staat niet hoe de erfopvolging van de koning is geregeld.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
In de grondwet staan voorschriften hoe de koning en de ministers moeten handelen.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
In het tweede hoofdstuk van de grondwet staan de grondrechten.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
In de grondwet staat niet hoe ons land bestuurd word.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
In 1848 werd onze grondwet behoorlijk veranderd door de liberale staatsman Balkenende
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Passief kiesrecht
A
Rechten die erg belangrijk zijn.
B
Rechten over de zorggebieden van de overheid, d.w.z. gebieden die het welzijn van de burgers bevorderen (volksgezondheid, milieu, werkgelegenheid, onderwijs).
C
Als je zelf gaat stemmen.
D
Als je jezelf laat kiezen.
Slide 24 - Quizvraag
Als er een meerderheid in de Tweede en Eerste kamer het eens is met een wetsvoorstel, maar dan moeten er nog eerst opnieuw verkiezingen plaats vinden.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Gelijkheid van burgers
A
sociaal grondrecht
B
klassiek grondrecht
Slide 26 - Quizvraag
Vrijheid van meningsuiting
A
sociaal grondrecht
B
klassiek grondrecht
Slide 27 - Quizvraag
Alle Nederlandse burgers worden gelijk behandeld
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Verbetering van het milieu
A
sociaal grondrecht
B
klassiek grondrecht
Slide 29 - Quizvraag
Bevordering van de volksgezondheid
A
sociaal grondrecht
B
klassiek grondrecht
Slide 30 - Quizvraag
Sociale grondrechten
A
Rechten die erg belangrijk zijn.
B
Rechten over de zorggebieden van de overheid, d.w.z. gebieden die het welzijn van de burgers bevorderen (volksgezondheid, milieu, werkgelegenheid, onderwijs).
C
Als je zelf gaat stemmen.
D
Als je jezelf laat kiezen.
Slide 31 - Quizvraag
Voor een wetswijziging is er eerst een meerderheid in de Eerste kamer nodig, dan de Tweede kamer.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quizvraag
De grondwet kan niet zomaar gewijzigd worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Rechten over de zorggebieden van de overheid
A
klassieke grondrechten
B
sociale grondrechten
C
actief kiesrecht
D
passief kiesrecht
Slide 34 - Quizvraag
Rechten die erg belangrijk zijn.
A
klassieke grondrechten
B
sociale grondrechten
C
actief kiesrecht
D
passief kiesrecht
Slide 35 - Quizvraag
Als je jezelf laat kiezen.
A
klassieke grondrechten
B
sociale grondrechten
C
actief kiesrecht
D
passief kiesrecht
Slide 36 - Quizvraag
Als je zelf gaat stemmen.
A
klassieke grondrechten
B
sociale grondrechten
C
actief kiesrecht
D
passief kiesrecht
Slide 37 - Quizvraag
Actief kiesrecht
A
Rechten die erg belangrijk zijn.
B
Rechten over de zorggebieden van de overheid, d.w.z. gebieden die het welzijn van de burgers bevorderen (volksgezondheid, milieu, werkgelegenheid, onderwijs).
C
Als je zelf gaat stemmen.
D
Als je jezelf laat kiezen.
Slide 38 - Quizvraag
Klassieke grondrechten
A
Rechten die erg belangrijk zijn.
B
Rechten over de zorggebieden van de overheid, d.w.z. gebieden die het welzijn van de burgers bevorderen (volksgezondheid, milieu, werkgelegenheid, onderwijs).
C
Als je zelf gaat stemmen.
D
Als je jezelf laat kiezen.
Slide 39 - Quizvraag
De eerste Nederlandse grondwet is van 1814
A
juist
B
onjuist
