5.5 Afschrijven

BECO 5.5 Afschrijven
Leerdoelen: Je kunt...
- ..afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs
-...afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BECO 5.5 Afschrijven
Leerdoelen: Je kunt...
- ..afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs
-...afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Intro
  • Herhalingsvragen (paragraaf 5.1)
  • Theorie paragraaf 5.5
  • Zelfstandig werken aan skilltree

Slide 2 - Tekstslide

De groentewinkel koopt voor € 1635 (incl 9% btw) groente in. Hij heeft diezelfde week een omzet van € 2725 (incl 9% btw). Wat wordt zijn saldo btw?

Slide 3 - Open vraag

De groentewinkel hanteert een gemiddelde verkoopprijs van 1,10. De gemiddelde variabele kosten zijn 0,45. De vaste kosten worden geschat op € 2200. Wat is de breakevenafzet (rond af op een heel getal)

Slide 4 - Open vraag

De groentewinkel hanteert een gemiddelde verkoopprijs van 1,10. De gemiddelde variabele kosten zijn 0,45. De vaste kosten worden geschat op € 2200. Hoeveel moet de afzet zijn als de winkel ook een winst van € 2.000 wil behalen (rond af op heel getal)?

Slide 5 - Open vraag

Intro
Ik koop spontaan een nieuwe auto, 
voor € 20.000


Maar als ik thuis kom, bedenk ik me. Ik moet terug naar de dealer. 

Slide 6 - Tekstslide

Krijg ik het volledige aanschafbedrag terug van de dealer?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Minder waard....
Ik heb er al in gereden, dat maakt de auto
minder waard.

Die waardevermindering noemen we 
afschrijving

Slide 8 - Tekstslide

Afschrijven
....betreft een waardevermindering van duurzame producten

Duurzame producten: producten die voor lange tijd in je onderneming aanwezig zijn

De waardevermindering wordt meegenomen in de bedrijfskosten

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijke termen
Aanschafwaarde: De waarde van het product bij aankoop / de waarde die een vervangend product heeft in de toekomst

Restwaarde: De waarde waartegen het oude productverkocht gaat worden

Levensduur: het aantal jaar dat het product meegaat

Boekwaarde: De waarde van het product in het bedrijf (aanschaf - de reeds geboekte afschrijvingen)

Slide 10 - Tekstslide

Manieren van afschrijven
Twee manieren van afschrijven in boek:

1. Afschrijven met een vast % van de boekwaarde. (handig als de waarde juist in het begin hard daalt)
of
2. Afschrijven in gelijke porties: 
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 11 - Tekstslide

Methode 1: 
Vast percentage van de boekwaarde

Auto gekocht op 1 januari 2019 voor 25000 euro. Aan het eind van ieder jaar 15% afschrijven op de boekwaarde.


Slide 12 - Tekstslide

Auto gekocht op 1 januari 2019 voor 25000 euro. Aan het eind van ieder jaar 15% afschrijven op de boekwaarde. Wat is het afschrijvingsbedrag aan het einde van het eerste jaar?

Slide 13 - Open vraag

Auto gekocht op 1 januari 2019 voor 25000 euro. Aan het eind van ieder jaar 15% afschrijven op de boekwaarde. Wat is de boekwaarde aan het begin van jaar 2?

Slide 14 - Open vraag

Auto gekocht op 1 januari 2019 voor 25000 euro. Aan het eind van ieder jaar 15% afschrijven op de boekwaarde. Wat is de afschrijving aan het einde van jaar 2 (rond af op hele euro's)?

Slide 15 - Open vraag

Methode 2: 


We hebben een machine gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Na 12 jaar kan ik de machine voor € 8.000 verkopen. 

Wat is de afschrijving per jaar?
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 16 - Tekstslide

We hebben een machine gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Na 12 jaar kan ik de machine voor € 8.000 verkopen. Wat is de afschrijving per jaar?
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 17 - Open vraag

We hebben een machine gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. De afschrijving is € 1.000. Wat is de boekwaarde na 3 jaar?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
Pak je skill tree en maak de opgaven van 2.5!

5 minuten in stilte.


Slide 19 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving


In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Na 12 jaar kan ik de auto voor € 8.000 verkopen. 

Wat is de afschrijving per jaar?     20.000 - 8.000 / 12 = 1.000 

Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 20 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving
Boekwaarde: De huidige waarde van het product

In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Afschrijving is € 1.000. Wat is de boekwaarde na 3 jaar. 

In 3 jaar is er 3x afgeschreven (jaar 1, 2 en 3), dus 3 x 1000 in totaal. De waarde was € 20.000

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving
Boekwaarde: De huidige waarde van het product

In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Afschrijving is € 1.000. Wat is de boekwaarde na 3 jaar. 

In 3 jaar is er 3x afgeschreven (jaar 1, 2 en 3), dus 3 x 1000 in totaal. De waarde was € 20.000. De huidige waarde is € 17.000

Slide 22 - Tekstslide

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. De machine gaat naar verwachting 14 jaar mee. Na 14 jaar kan de machine verkocht worden voor € 30.000. Wat is de jaarlijkse afschrijving?

Slide 23 - Open vraag

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. De machine gaat naar verwachting 14 jaar mee. Na 14 jaar kan de machine verkocht worden voor € 30.000. Wat is de maandelijkse afschrijving? Hele euro's

Slide 24 - Open vraag

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. Wat is de boekwaarde begin jaar 10?

Slide 25 - Open vraag

BECO 5.5 Afschrijven
Leerdoelen: Je kunt...
- ..afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs
-...afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde
Maken: 1, 3, 7 - 11

Slide 26 - Tekstslide