V5 les 5 Kosten en uitgaven - afschrijvingen

Begintaak

Los de woordzoeker op
(5 minuten)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Begintaak

Los de woordzoeker op
(5 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

De eenmanszaak - kosten en uitgaven

 afschrijving

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Huiswerk
  • Herhaling
  • Afschrijving - basis
  • Afschrijving - extra
  • Maken  3.28 -3.33

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000.
Ze moet de rente en aflossing (€ 1.000) voor een jaar vooruitbetalen.

Hoeveel bedraagt de uitgaven op 1 sept 2021? (€ x.xxx,xx)

Slide 5 - Open vraag

Welke balanspost ontstaat nav de voorgaande opgaven?
A
Nog te betalen interest
B
Nog te ontvangen interest
C
Vooruitbetaalde interest
D
Vooruitontvangen interest

Slide 6 - Quizvraag

BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000.
Ze moet de rente en aflossing (€ 1.000) voor een jaar vooruitbetalen.

Hoeveel kosten moeten worden toegerekend aan de maand december?
(€ x.xxx,xx)

Slide 7 - Open vraag

BV Ikke sluit op 1 sep. 2021 een 3% lening af van € 10.000.
Ze moet de rente en aflossing (€ 1.000) voor een jaar vooruitbetalen.

Met welk bedrag komt de post 'vooruitbetaalde interest' voor op de balans van 1 maart 2022? (€ x.xxx,xx)

Slide 8 - Open vraag

Lineaire lening: vooraf interest betalen
"vooruitbetaalde interest"

Slide 9 - Tekstslide

Annuiteitenlening met 4% rente. De
jaarlijkse annuiteit bedraagt € 3.082,28.
Hoe hoog is de aflossing in 2023?
(€ x.xxx,xx)

Slide 10 - Open vraag

Leerdoelen kosten en uitgaven - Afschrijving
  • Je kunt uitleggen wat afschrijven van vaste activa betekent en de afschrijvingskosten berekenen.
  • Je kunt de afschrijvingskosten van vaste activa berekenen.
  • Je kunt het jaarlijkse afschrijvingspercentage berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen economische en technische levensduur uitleggen.
  • Je kunt de boekwaarde van vaste activa berekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Intro - afschrijving
Ik koop spontaan een nieuwe auto, 
voor € 20.000


Maar als ik thuis kom, kan mijn partner mijn spontane acties niet waarderen. Ik moet terug naar de dealer. 

Slide 12 - Tekstslide

Krijg ik het volledige aanschafbedrag terug van de dealer?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Afschrijven
....betreft een waardevermindering van de vaste activa.

Hierin onderscheid tussen de economische levensduur (periode waarover wordt afgeschreven) en technische levensduur (periode dat het product functioneert)

De waardevermindering wordt meegenomen in de bedrijfskosten

Slide 14 - Tekstslide

De formule en begrippen


Aanschafwaarde: De waarde van het product / de waarde die een vervangend product heeft in de toekomst
Restwaarde: De waarde waartegen het oude product nog verkocht voor gaat worden
Levensduur: het aantal jaar dat het product meegaat
Boekwaarde: De waarde van het product in het bedrijf (aanschaf - de reeds geboekte afschrijvingen)
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving


Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van €  4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat zijn de jaarlijkse kosten van de bakfiets (afgezien van onderhoud)?

Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 16 - Tekstslide

Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van € 4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat zijn de jaarlijkse kosten van de bakfiets (afgezien van onderhoud)? (€ x.xxx,xx)
Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 17 - Open vraag

Rekenen met afschrijving


Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van €  4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat zijn de jaarlijkse kosten van de bakfiets (afgezien van onderhoud)?
4.400 - 400 : 8 jaar = € 500                     dit is dus de waardevermindering 
                                                                             (afschrijving) per jaar

Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 18 - Tekstslide

Tring tring maakt onder andere gebruik van de Urban Arrow met een waarde van € 4.400. Vanwege intensief gebruikt gaat de fiets slechts 8 jaar mee. Na 8 jaar heeft de fiets een restwaarde van € 400.

Wat is waarde van de bakfiets na 3 jaar? (€ x.xxx,xx)

Slide 19 - Open vraag

Jaarlijkse afschrijvingspercentage




Bij de bakfiets van €  4.400 waren de afschrijvingskosten € 500, het jaarlijkse afschrijvingspercentage is € 500 / € 4.400 x 100 = 11,4%
aanschafprijsafschrijvingskosten100

Slide 20 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving







Let op! Afschrijvingskosten zijn geen uitgaven,  het zijn wel kosten

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving







Let op! Afschrijvingskosten zijn geen uitgaven,  het zijn wel kosten

Slide 22 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving


In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Na 12 jaar kan ik de auto voor € 8.000 verkopen. 

Wat is de afschrijving per jaar?     20.000 - 8.000 / 12 = 1.000 

Afschrijving=LevensduurAanschafwaardeRestwaarde

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen kosten en uitgaven - Afschrijving
  • Je kunt uitleggen wat afschrijven van vaste activa betekent en de afschrijvingskosten berekenen.
  • Je kunt de afschrijvingskosten van vaste activa berekenen.
  • Je kunt het jaarlijkse afschrijvingspercentage berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen economische en technische levensduur uitleggen.
  • Je kunt de boekwaarde van vaste activa berekenen.

Slide 24 - Tekstslide

Wil je meedoen aan een verlengde instructie?
Ja
Nee ik ga aan de slag met 3.27 e.v.

Slide 25 - Poll

In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. De restwaarde na 12 jaar bedraagt € 8.000. Hoeveel bedraagt de afschrijving? (€ x.xxx,xx)

Slide 26 - Open vraag

Rekenen met afschrijving
In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. De restwaarde na 12 jaar bedraagt € 8.000. Hoeveel bedraagt de afschrijving?

20.000 - 8.000 
----------------- = 1.000
12 jaar

Slide 27 - Tekstslide

Rekenen met afschrijving
Boekwaarde: De huidige waarde van het product

In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Afschrijving is € 1.000. Wat is de boekwaarde na 3 jaar. 

In 3 jaar is er 3x afgeschreven (jaar 1, 2 en 3), dus 3 x 1000 in totaal. De waarde was € 20.000

Slide 28 - Tekstslide

In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. De restwaarde na 12 jaar bedraagt € 8.000. Hoeveel bedraagt de boekwaarde na 3 jaar? (€ x.xxx,xx)

Slide 29 - Open vraag

Rekenen met afschrijving
Boekwaarde: De huidige waarde van het product

In het begin hebben we een auto gekocht van € 20.000. Deze gaat 12 jaar mee. Afschrijving is € 1.000. Wat is de boekwaarde na 3 jaar. 

In 3 jaar is er 3x afgeschreven (jaar 1, 2 en 3), dus 3 x 1000 in totaal. De waarde was € 20.000. De huidige waarde is € 17.000

Slide 30 - Tekstslide

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. De machine gaat naar verwachting 14 jaar mee. Na 14 jaar kan de machine verkocht worden voor € 30.000. Wat is de jaarlijkse afschrijving?

Slide 31 - Open vraag

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. De machine gaat naar verwachting 14 jaar mee. Na 14 jaar kan de machine verkocht worden voor € 30.000. Wat is de maandelijkse afschrijving? Hele euro's (€ x.xxx)

Slide 32 - Open vraag

Er is een grote productiemachine gekocht voor € 100.000. Wat is de boekwaarde begin jaar 10? (€ x.xxx,xx)

Slide 33 - Open vraag

Leerdoelen kosten en uitgaven - Afschrijving
  • Je kunt uitleggen wat afschrijven van vaste activa betekent en de afschrijvingskosten berekenen.
  • Je kunt de afschrijvingskosten van vaste activa berekenen.
  • Je kunt het jaarlijkse afschrijvingspercentage berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen economische en technische levensduur uitleggen.
  • Je kunt de boekwaarde van vaste activa berekenen.

Slide 34 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag met...
- 3.28 Afschrijvingskosten t/m 3.33 Akkerdijks

Deze opgaven zijn huiswerk indien je de opgaves deze les niet kan afronden.

Slide 35 - Tekstslide

Minder waard....
Ik heb er al in gereden, dat maakt de auto
minder waard.

Die waardevermindering noemen we 
afschrijving

Slide 36 - Tekstslide