De wereld van de Rotterdamse haven

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

De wereld van de Rotterdamse haven 

Leerdoelen

Leerdoelen TH

• Je weet waarom de Rotterdamse haven belangrijk is voor de economie van Nederland en andere landen in Europa.

• Je weet waarom containers belangrijk zijn voor het vervoer van goederen.

Leerdoelen HV

• Je weet waarom de Rotterdamse haven belangrijk is voor Nederland.

• Je weet welke verbindingen de Rotterdamse haven heeft met Europa.

• Je kent economische veranderingen die van invloed zijn op de Rotterdamse haven.

Klein begonnen 

Rond 1250 wordt er een dam gelegd in de Rotte. 

Tot 17e eeuw zijn vissers de belangrijkste handelaren. 

Andere plaatsen hebben grotere voordelen. 

Vlissingen 

Amsterdam 

Antwerpen 

Heeft met een trein een verbinding met het achterland 

Ligt direct aan zee

Sinds de Gouden Eeuw dé handelstad van Nederland 

https:

Gevolg

Een grote aantrekkingskracht op mensen. Rotterdam groeit in 60 jaar van 88.000 maar 426.000 mensen. 

Maar Rotterdam ligt aan een rivier, niet aan de zee. 

De oplossing? 

https:

Groei door Duitsland:

1. Duitsland had steenkool, maar ijzererst moest worden ingevoerd. Goedkoopste per schip. Van Rotterdam de Rijn op. 
   
2. Opkomst van de auto. Daar is benzine voor nodig. Aardolie aanvoeren via Rotterdam

In 1866 gaan ze beginnen met de aanleg. Zes jaar later is het klaar. Nu nog steeds gebruikt. 

En nu? 

• 42 kilometer lang
• 90.000 arbeiders
• Tweede Maasvlakte
• Doorvoer, opslag en verwerking
• Groot achterland
• Alle containers dezelfde maat

Leg uit waarom de Rotterdamse haven belangrijk is voor veel Europese landen.

De Tweede Maasvlakte wordt aangelegd in de Noordzee. Waarom daar?

Toekomst? 

• Minder gebruik van gas en olie
• Klimaat 

Schepen gebruiken nu de paarse / oranje route 

1

Als het ijs bij de Noordpool verder smelt, zullen veel schepen de oranje / paarse route kiezen

2

Beantwoord vraag 1 en 2.

Wat zijn de goede antwoorden? 

Wat moet je nu kunnen en kennen? 

Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.

Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.