VS - startles - fysiek

De Amerikaanse onafhankelijkheid
les 1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Amerikaanse onafhankelijkheid
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd uit de werkcolleges?
Verlichting = ...

Slide 2 - Tekstslide

KA 27
KA 28
KA 29
KA 30 + boekje VS

Slide 3 - Tekstslide

KA 27
KA 28
KA 29
boekje VS

Slide 4 - Tekstslide

Kunnen we deze vraag nu beantwoorden?

Wat is Verlichting? 
Waarom ontstond er onrust n.a.v. de nieuwe ideeën?

Slide 5 - Tekstslide

Absolutisme

  • WIE - koningen met absolute (alle) macht
  • WAT - koningen hebben alle macht over hun land en de inwoners
  • WAAR - Frankrijk, Rusland, Duitsland, Oostenrijk
  • WANNEER - 18e eeuw
  • WAAROM - omdat koningen steeds meer macht vergaren. 
  • HOE - koningen stralen macht uit. Ze beslissen alles over hun land. mbv centralisme

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verlicht absolutisme

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

twee andere belangrijke verlichte vorsten
Catharina de Grote 
van Rusland
Jozef II
(Habsburgse Rijk)

Slide 11 - Tekstslide

De Britse koningen wíllen wel absolutisme...
maar dat lúkt ze niet...: Glorius Revolution 1688 +
Koningschap aan banden gelegd door Bill of Rights 1689

Slide 12 - Tekstslide

Waarom werden de kolonien anders bestuurd dan dat tot dan toe normaal geweest was in Europa?
De kolonien waren zeer egelitair. Kenmerken hiervan zijn:
weinig verschil tussen klassen of standen
Adel speelde dus geen grote rol
Enige ongelijkheid die er wel was, was ongelijkheid tussen vrije burgers en onvrije burgers. Tussen witte mensen en zwarte mensen
Gebrek aan adellijke macht = andere manier van besturen.
Elke vrije mannelijke kolonist van 16jaar of ouder mag stemmen. 
De wetten die gemaakt werden in Amerika bleken vaak anders dan die in GB over dezelfde dingen. 

Slide 13 - Tekstslide

Waarom werden de kolonien anders bestuurd dan dat tot dan toe normaal geweest was in Europa?
De kolonien waren zeer egelitair. Kenmerken hiervan zijn:
weinig verschil tussen klassen of standen
Adel speelde dus geen grote rol
Enige ongelijkheid die er wel was, was ongelijkheid tussen vrije burgers en onvrije burgers. Tussen witte mensen en zwarte mensen
Gebrek aan adellijke macht = andere manier van besturen.
Elke vrije mannelijke kolonist van 16jaar of ouder mag stemmen. 
De wetten die gemaakt werden in Amerika bleken vaak anders dan die in GB over dezelfde dingen. 
In de praktijk besturen de kolonien zichzelf
Controle door GB is lastig. Amerika ligt ver weg.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kwam het dat de spanning steeg tussen de kolonien en GB?
In de praktijk besturen de kolonien zichzelf
De Engelse regering wil haar greep op Amerika verstevigen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe kwam het dat de spanning steeg tussen de kolonien en GB?
In de praktijk besturen de kolonien zichzelf
De Engelse regering wil haar greep op Amerika verstevigen. 
Een lijstje van maatregelen:
1. Suiker, thee en allerlei andere producten moesten nu van Engelse handelaren gekocht
2. Verhoging van allerlei belastingen
3. Extra oorlogsschepen, soldaten en douaneambtenaren naar Amerika

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kwam het dat de spanning steeg tussen de kolonien en GB?
De Engelse regering wil haar greep op Amerika verstevigen. 
Een lijstje van maatregelen:
1. Suiker, thee en allerlei andere producten moesten nu van Engelse handelaren gekocht
2. Verhoging van allerlei belastingen
3. Extra oorlogsschepen, soldaten en douaneambtenaren naar Amerika
Waarom worden de mensen hier boos over?:
1. Amerikaanse handelaren konden het goedkoper krijgen bij Spaanse of Hollandse handelaren
2. Belasting op postzegels, dat komt hard aan. Alle communicatie verliep via post. Ook suiker gebruikte men veel. 
3. Jarenlang had men nauwelijks wat gezien of gehoord van de Britse koning en nu komen er ineens soldaten...dat voelt niet goed. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Hoe komen we van spanning tussen Groot-Brittannië en de Amerikaanse koloniën nou terecht in een oorlog?

  1. Plak de post-its in de juiste volgorde. > ik kom controleren
  2. Trek lijnen die de route tussen de kaartjes aangeven.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een van de kernconcepten van de verlichting is...:
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme

Slide 21 - Quizvraag

wat is volgens Rousseau de taak van de soeverein/de volksvergadering
A
de natuurrechten van het volk beschermen
B
zorgen voor veiligheid voor het volk
C
het uitvoeren van de algemene wil
D
het creëren van gelijkheid onder de burgers

Slide 22 - Quizvraag

empirisme?
A
kennis opdoen door logisch nadenken
B
kennis opdoen uit ervaring
C
het streven naar een groter rijk
D
christelijke geloofsvisie van Spinoza

Slide 23 - Quizvraag

'alles voor het volk, niets door het volk', een uitspraak van
A
Voltaire
B
Frederik de Grote
C
Lodewijk XIV

Slide 24 - Quizvraag

De verlichting was de overheersende culturele stroming in de
A
16e eeuw
B
15e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 25 - Quizvraag

De verlichting wordt ook wel.......... genoemd.
(2 antwoorden mogelijk)
A
Pruikentijd
B
Sloffentijd
C
Corsettentijd
D
Tijdperk van de rede

Slide 26 - Quizvraag

Welke termen/ismes behoren alle drie tot de verlichting?
A
Theocentrisme, classicisme, modernisme
B
Liberalisme, optimisme, tolerantie
C
existentialisme, empirisme, feodalisme
D
Purisme, aforisme, antropocentrisme

Slide 27 - Quizvraag

Montesquieu en Locke zijn verantwoordelijk voor een briljant verlichtingsidee. Welk?
A
Liberalisme
B
Afschaffen slavernij
C
Trias politica
D
Franse revolutie

Slide 28 - Quizvraag

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
ratio
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 29 - Quizvraag

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 30 - Quizvraag

Alles voor het volk,
maar niets door het volk past bij...
A
rationeel optimisme
B
democratische revolutie
C
abolitionisme
D
verlicht absolute vorst

Slide 31 - Quizvraag

De volgende denker past bij de Verlichting...
(twee antwoorden mogelijk(
A
Karl Marx
B
Rousseau
C
Voltaire
D
Lodewijk XIV

Slide 32 - Quizvraag

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 33 - Quizvraag