Drogredenen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhalen argumentatieschema's
  • Drogredenen 
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Drogredenen: fouten in argumentaties
Er zijn twee groepen drogredenen: 
- Er wordt een argumentatieschema onjuist gebruikt
- Er wordt een discussieregel overtreden

Slide 4 - Tekstslide

Overtreden van een discussieregel (5)
  • Persoonlijke aanval
  • Ontduiken van de bewijslast
  • Vertekenen van het standpunt
  • Bespelen van het publiek
  • Cirkelredenering

Slide 5 - Tekstslide

Onjuist gebruik van het argumentatieschema (6)
  • Oorzaak-gevolgschema (ook wel: beroep op causaliteit)
  • Kenmerk- of eigenschapsschema
  • voor- en nadelenschema (overdrijven én vals dilemma)
  • Voorbeeldschema (overhaaste generalisatie)
  • Vergelijkingsschema (verkeerde vergelijking)
  • Autoriteitsschema

Slide 6 - Tekstslide

Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Cirkelredenering
D
Onjuiste vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond premier Rutte ook.

Slide 8 - Open vraag

Mobiele telefoons moeten tijdens de les uit staan. In het theater en in de bioscoop moet dat namelijk ook.


Van welk argumentatieschema is hier sprake?
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 9 - Quizvraag

Onze geschiedenisleraar is opgegroeid in een Indisch gezien: hij zal dit pittige gerecht zeker waarderen.


Van welk argumentatieschema is hier sprake?
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Nederland moet een groot vliegveld in de Noordzee aanleggen. Er is daar geen gebrek aan ruimte en niemand zal klagen over geluidsoverlast.

Van welk argumentatieschema is hier sprake?
A
Autoriteit
B
Oorzak en gevolg
C
Vergelijking
D
Voor-en nadelen

Slide 11 - Quizvraag

Diederik is een hooligan (standpunt), want hij zit onder de tattoos (argument).

Van welk argumentatieschema wordt hier onjuist gebruik gemaakt?
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Zo erg is het toch ook weer niet dat bijen uitsterven (standpunt). De dinosauriërs zijn ook ooit van de aardbodem verdwenen (argument).


Van welk argumentatieschema wordt hier onjuist gebruik gemaakt?
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 13 - Quizvraag

Je wilt niet mee naar het feest?
Je gaat dus liever saai in je eentje thuis op de bank zitten.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 14 - Quizvraag

Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 15 - Quizvraag

De man van het Chinese restaurant begreep mij niet. Nederlands is blijkbaar moeilijk voor Chinezen.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 16 - Quizvraag

Er zijn tegenwoordig veel computers op school, daardoor weten de leerlingen nu minder.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 17 - Quizvraag

Dus u bent in aanraking geweest met justitie? Denkt u nu echt dat we u kunnen geloven?
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 18 - Quizvraag

Alleen een zieke geest zal protesteren tegen deze maatregel.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 19 - Quizvraag