Argumentatie: drogredenen (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

                                               Argumentatie les 7

Vandaag

• Herhalen argumentatieschema's
• Drogredenen 
• Zelfstandig werken
  

Mobiele telefoons moeten tijdens de les uit staan. In het theater en in de bioscoop moet dat namelijk ook.


Van welk argumentatieschema is hier sprake?

1. Autoriteit
2. Kenmerk of eigenschap
3. Vergelijking
4. Voorbeeld

Onze geschiedenisleraar is opgegroeid in een Indisch gezien: hij zal dit pittige gerecht zeker waarderen.


Van welk argumentatieschema is hier sprake?

1. Autoriteit
2. Kenmerk of eigenschap
3. Vergelijking
4. Voorbeeld

Nederland moet een groot vliegveld in de Noordzee aanleggen. Er is daar geen gebrek aan ruimte en niemand zal klagen over geluidsoverlast.

Van welk argumentatieschema is hier sprake?

1. Autoriteit
2. Oorzak en gevolg
3. Vergelijking
4. Voor-en nadelen

Drogredenen: fouten in argumentaties

Wat zijn de voordelen van het herkennen van drogredenen? 

Blz. 210

Drogredenen: fouten in argumentaties

Er zijn twee groepen drogredenen: 

- Er wordt een argumentatieschema onjuist gebruikt

- Er wordt een discussieregel overtreden

Onjuist gebruik van het argumentatieschema (6)

• Oorzaak-gevolgschema (ook wel: beroep op causaliteit)
• Kenmerk- of eigenschapsschema
• voor- en nadelenschema (overdrijven én vals dilemma)
• Voorbeeldschema (overhaaste generalisatie)
• Vergelijkingsschema (verkeerde vergelijking)
• Autoriteitsschema

Diederik is een hooligan (standpunt), want hij zit onder de tattoos (argument).

Van welk argumentatieschema wordt hier onjuist gebruik gemaakt?

1. Autoriteit
2. Kenmerk of eigenschap
3. Vergelijking
4. Voorbeeld

Veel huwelijken eindigen in een nare vechtscheiding (argument). Daarom kunnen mensen maar beter niet meer trouwen (standpunt).


Van welk argumentatieschema wordt hier onjuist gebruik gemaakt?

1. Autoriteit
2. Oorzak en gevolg
3. Vergelijking
4. Voor- en nadelen

Overtreden van een discussieregel (5)

• Persoonlijke aanval
• Ontduiken van de bewijslast
• Vertekenen van het standpunt
• Bespelen van het publiek
• Cirkelredenering

Huiswerk 

Maak nu opdracht 1 t/m 5 op blz. 210-212.