HV1B 25-2-2021

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Aardrijkskunde HV1B

25 februari 2021

Hoe was de
voorjaarsvakantie?

Oriëntatie

• Opdracht H2
• Huiswerk afgerond?
• Leerdoelen
  

       - je weet waar de taal en godsdienst verschillen in Nederland

       - je begrijpt hoe andere cultuurelementen in Nederland zijn gekomen

Lesplanning

• Uitleg §2.6 (15 min)
  

       - Verschillen in taal en geloof binnen Nederland

       - Invloed migratie op cultuur in Nederland

• Maken §2.6 (20 min)
  

       Opdracht 1 t/m 5

Uitleg §2.6

Welke talen worden
in Nederland gesproken?

Wat zijn de belangrijkste
godsdiensten in Nederland?

Waarom verhuizen mensen
naar Nederland?

Uit welke landen komen er veel immigranten naar Nederland?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die vanuit Marokko naar Nederland komt

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Wat is een belangrijke pullfactor van Nederland voor arbeidsmigranten?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die vanuit Syrië naar Nederland komt

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Wat is een belangrijke pushfactor voor migranten uit Syrië?

Wat past bij dit voorbeeld:
iemand die in Suriname geboren is en naar Nederland gaat verhuizen

1. immigranten uit oude koloniën
2. arbeidsmigranten
3. vluchtelingen

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §2.6: opdracht 1 t/m 5
Waar?	Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?	20 minuten; zelfstandig Vragen via chat of microfoon
Klaar?	Filmpjes: bevolkingsgroei en -samenstelling Opdrachten leerdoelen Opdrachten h erhaling en/of verdieping

Afsluiting

Huiswerk voor 1-3

• Lezen §2.6
• Maken §2.6: opdracht 1 t/m 5

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §2.6?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig