Introductie in de Ecologie

Introductie in de Ecologie
Maar nu eerst......
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Introductie in de Ecologie
Maar nu eerst......

Slide 1 - Tekstslide

Toets bespreken
Ik wil geen pen, potlood of ander schrijfgerei zien, als ik dit wel zie krijg je een 1.
Controleer je toets aan de hand van het model, tel de punten na en stel vragen/maak opmerkingen.
Vul deze Google Forms in: 
https://forms.gle/L9h7SDwCSwmkw5go6

Daarna een korte introductie. En huiswerk voor de volgende keer.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is Ecologie?
οἶκος (huishouden) 
λόγος (woord/naam)

Slide 3 - Tekstslide

- Factoren
- Interacties
- Verschillende
soorten

Slide 4 - Tekstslide

Ecologie
Je kunt binnen de ecologie kijken naar verschillende biologische niveaus:
- Individu 
- Populatie 
- Levensgemeenschap
- Ecosysteem
- Biosfeer

______

Slide 5 - Tekstslide

Ecologie
Individu: één organisme

Invloed van 1 organisme op het milieu of van het milieu op 1 organisme


______

Slide 6 - Tekstslide

Ecologie
Populatie:
groep organismen van één soort.




______

Slide 7 - Tekstslide

Ecologie
Levensgemeenschap:
Alle populaties van verschillende soorten in één gebied

Biotoop: alle abiotische factoren in een gebied bij elkaar.




______

Slide 8 - Tekstslide

Ecologie
Ecosysteem:
De levensgemeenschap en de biotoop in één gebied samen.

______

Slide 9 - Tekstslide

Ecologie
Biosfeer:
Alle ecosystemen samen.

Gebieden hierin kun je onderscheiden als biomen.




______

Slide 10 - Tekstslide

Voedselketen: wadden
Interacties tussen soorten
Predator (jager)
Prooi (gejaagde)

Begint (vrijwel) altijd met een plant.

Slide 11 - Tekstslide

Voedselweb
Binnen een ecosysteem is er nooit maar 1 voedselketen, alle voedselketens samen vormen een voedselweb/ voedselnet)

Slide 12 - Tekstslide

Te doen: voor volgende week
Kijk eens naar buiten, wat voor natuur zit er om ons heen?
Maak een voedselweb van soorten die je tegenkomt of kunt tegenkomen in de omgeving van waar je woont.
Leven is overal, zelfs in de stad.
Het voedselweb moet minimaal 5 verschillende soorten hebben gebruik je eigen foto's. Maak het voedselweb op je computer in (paint) bijvoorbeeld en neem die mee op de computer.

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag