hoofdgedachte

hoofdgedachte
Perron 1- schrijven
Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

hoofdgedachte
Perron 1- schrijven
Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één zin. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdgedachte: Wat betekent het eigenlijk?
Het woord ‘hoofdgedachte’ bestaat eigenlijk uit twee woorden die aan elkaar geplakt zijn: ‘hoofd’ en ‘gedachte’. Laten we die twee eens apart bekijken.

Het woord ‘hoofd’ kan natuurlijk verwijzen naar dat ding dat vast zit aan je nek. Over dat hoofd hebben we het nu niet. ‘Hoofd’ heeft nog een andere betekenis, namelijk ‘belangrijk’. Een hoofdgerecht is het belangrijkste gerecht van de avond. Het hoofd van de school is de directeur. Ook belangrijk dus. Dan naar het tweede deel: ‘gedachte’. De betekenis van ‘gedachte’ is ‘iets wat iemand denkt’. De hoofdgedachte is dus het belangrijkste wat iemand denkt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw hoofdgedachte 

Eigenlijk is de hoofdgedachte uit twee delen opgebouwd:
• het onderwerp
• het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp vertelt
Als je dat in één of twee zinnen navertelt, heb je de hoofdgedachte te pakken!

Slide 8 - Tekstslide

Twee jaar geleden is een vriend van je verhuisd naar Maastricht. In de komende vakantie komt hij vier dagen logeren. Hij komt met het openbaar vervoer. Je schrijft een mail waarin je hem uitlegt op welk station hij moet uitstappen en welke tram of bus hij daarna moet nemen.
Wat is de hoofdgedachte van deze e-mail?

Slide 9 - Open vraag

Welk hoofddoel hoort bij deze situatie?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 10 - Quizvraag

Je mailt je docent Nederlands. Je moet een boekverslag maken, maar je komt er niet goed uit. Je wil graag wat meer uitleg.

Wat is de hoofdgedachte van deze e-mail?

Slide 11 - Open vraag

Onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp = uitleg boekverslag Nederlands
Hoofdgedachte = Ik begrijp niet wat ik voor mijn boekverslag Nederlands moet doen, dus ik wil graag uitleg. 

Slide 12 - Tekstslide

Je hebt een vest gekocht via een website. Drie dagen geleden kreeg je bericht dat het vest verstuurd is, maar je hebt nog niets ontvangen. Je vult een klachtenformulier in via de website van de kledingzaak.

Wat is de hoofdgedachte van dit bericht?

Slide 13 - Open vraag

Je hebt een vest gekocht via een website. Drie dagen geleden kreeg je bericht dat het vest verstuurd is, maar je hebt nog niets ontvangen. Je vult een klachtenformulier in via de website van de kledingzaak.

Wat is de onderwerp van dit bericht?

Slide 14 - Open vraag