1.3.2 Lezen

Lezen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les:
  1. Welke drie manieren van een tekst lezen zijn er? 
  2. Welke 4 tekst doelen zijn er? 

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden:
  1. Zoekend lezen, verkennend lezen en grondig lezen
  2. Informeren, amuseren, activeren en overtuigen.

Slide 3 - Tekstslide

Doel van deze les:
  • Je leert wat een hoofdgedachte is.
  • Je leert wat hoofd- en bijzaken zijn. 


Slide 4 - Tekstslide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één zin. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdgedachte: Wat betekent het eigenlijk?
Het woord ‘hoofdgedachte’ bestaat eigenlijk uit twee woorden die aan elkaar geplakt zijn: ‘hoofd’ en ‘gedachte’. Laten we die twee eens apart bekijken.

Het woord ‘hoofd’ kan natuurlijk verwijzen naar dat ding dat vast zit aan je nek. Over dat hoofd hebben we het nu niet. ‘Hoofd’ heeft nog een andere betekenis, namelijk ‘belangrijk’. Een hoofdgerecht is het belangrijkste gerecht van de avond. Het hoofd van de school is de directeur. Ook belangrijk dus. Dan naar het tweede deel: ‘gedachte’. De betekenis van ‘gedachte’ is ‘iets wat iemand denkt’. De hoofdgedachte is dus het belangrijkste wat iemand denkt.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Twee jaar geleden is een vriend van je verhuisd naar Maastricht. In de komende vakantie komt hij vier dagen logeren. Hij komt met het openbaar vervoer. Je schrijft een mail waarin je hem uitlegt op welk station hij moet uitstappen en welke tram of bus hij daarna moet nemen.
Wat is de hoofdgedachte van deze e-mail?

Slide 10 - Open vraag

Welk tekstdoel hoort bij deze situatie?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 11 - Quizvraag

Je mailt je docent Nederlands. Je moet een boekverslag maken, maar je komt er niet goed uit. Je wil graag wat meer uitleg.

Wat is de hoofdgedachte van deze e-mail?

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn hoofdzaken?

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn hoofd- en bijzaken?

Slide 14 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken

Slide 15 - Tekstslide

Hoofd- en bijzaken

Slide 16 - Tekstslide

Hoofd - en bijzaken
hoofdzaken
bijzaken
- belangrijk
- inleiding en slot
- kernzin (1e zin alinea)
- belangrijk voor maken samenvatting
- minder belangrijk
- voorbeelden, getallen

Slide 17 - Tekstslide

Waar in de tekst vind je vaak de hoofdzaken?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Inleiding en (herhaald) slot
D
Middenstuk en (herhaald) slot

Slide 18 - Quizvraag


Opdracht 6 t/m 10 en 12 blz 24

Klaar? Opdracht 11

Slide 19 - Tekstslide