woordenschat thema 4 elementen
1 / 10
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De vier elementen zijn; vuur, water, aarde en lucht
A
dit klopt
B
dit klopt niet
Slide 3 - Quizvraag
Op de aarde hebben we geen zwaartekracht, hierdoor blijven we op de aarde lopen in plaats van zweven.
A
dit klopt
B
dit klopt niet
Slide 4 - Quizvraag
Er zijn twee getijen, eb en vloed, vloed is als het water opkomt (hoger wordt)
A
dit klopt
B
dit klopt niet
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt er omschreven:
aardplaten die uit elkaar schuiven
aardplaten die uit elkaar schuiven
A
convergent
B
divergent
C
transform
D
verschuiven
Slide 6 - Quizvraag
Wat wordt er omschreven:
faseovergang van een vloeistof naar een gas, bijvoorbeeld bij kokend water.
faseovergang van een vloeistof naar een gas, bijvoorbeeld bij kokend water.
A
bevriezen
B
verbranden
C
koken
D
verdampen
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt er omschreven:
iemand die voor zijn beroep het weer en het klimaat bestudeert.
iemand die voor zijn beroep het weer en het klimaat bestudeert.
A
meteoroloog
B
luchtdruk
C
FiFet land
D
het noorderlicht
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord van de muur vind je nu nog lastig?
Slide 9 - Woordweb
weet je nu wat meer over de woorden
ja zeker weten
ja een beetje
neutraal
niet echt
helemaal niet
