getijden

Getijden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
vakoverstijgendMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Getijden

Slide 1 - Tekstslide

De Wadden
In de Noordzee zweven kleine zandkorreltjes, kleideeltjes en vlokjes dierlijke afvalstoffen. De kleideeltje klitten aan elkaar. In de Waddenzee waar het zeewater bij hoogwater tot rust komt zinkt dit naar de bodem. 
Zo zijn de Wadden ontstaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Bij eb, wanneer het laag water is, worden stranden, groter en breder en vallen in de Waddenzee de zandplaten droog. Dan kan je op het Wad lopen. Op de platen rusten de zeehonden uit. 

Slide 3 - Tekstslide


De geulen van de Waddenzee vallen bij laagwater niet droog. 
De eb- en vloedstromen hebben de geulen uitgeslepen. 
De grootste geulen zijn meer dan 40 meter diep en worden gebruikt  door schepen.
Een watergeul ligt niet vast. Een paar weken, maanden of jaren later kan hij opeens heel anders lopen. 
Kortom op de Wadden is constant in beweging. Dat komt onder andere door eb en vloed. Maar hoe ontstaat eb en vloed?

Slide 4 - Tekstslide

Welke krachten veroorzaken eb en vloed
1. Eb en vloed, getijden, ontstaan vooral door de aantrekkingskracht van de maan, maar  ook gedeeltelijk door de aantrekkingskracht van de zon. 
De maan draait om de aarde doordat de zwaartekracht van de aarde de maan naar zich toe trekt. Maar de maan heeft ook invloed op de aarde.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

 Omdat het water 'in evenwicht' op de aarde moet blijven (centrifugale krachten), neemt het water op de aarde de vorm van een rugbybal aan, met het hoogwater en bovenop en onderop het laagwater. Per dag is het dus twee keer hoogwater en twee keer laagwater.
De  positie van de zon, de maan en de aarde tegenover elkaar bepaalt mede hoe sterk het zwaartekrachteffect is en hoe hoog en laag het tij zal zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Getijdencyclus

Het water op de aarde volgt de beweging van de maan. Door de draaiing van de aarde om zijn eigen as worden de vloedbergen over de aarde heen gesleept. De aardbol draait in 24 uur om zijn as. Daarom hebben we twee keer hoogwater en twee keer laagwater op een dag. Eigenlijk duurt het iets langer 24 uur en 50 minuten. 
Hierdoor verschilt de tijd van het hoog- en laagwater iedere dag. 

Een cyclus van hoog- naar laagwater duurt over de gehele Nederlandse kust ongeveer 12 uur en 25 minuten, wat inhoudt dat het ongeveer twee keer per dag hoog- en
laagwater is.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Springtij en doodtij
Elke maand, de tijd tussen een nieuwe en  een  volle maan, is  29,25 dagen, is er twee keer springtij en twee keer doodtij. 
Tussen elk van deze getijden zit ongeveer zeven dagen. 
Tussen doodtij en springtij wordt het getij iedere dag 'sterker' tot aan het springtij. Andersom geldt dat na het springtij het getij in kracht afneemt, tot aan het moment van het doodtij.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Springtij (volle en nieuwe maan)
Wanneer de zon, de maan en de aarde op één lijn staan, ontstaat er springtij. Dit betekent dat de zon en de maan in dezelfde richting aan het water op aarde 'trekken'. Dit zorgt ervoor dat de vloed hoger wordt en eb lager wordt. Kortom: er is meer verschil in hoog- en laagwater. 

Het verschil is direct zichtbaar nabij de evenaar, maar het duurt circa twee dagen alvorens de vloedberg de Nederlandse Noordzee heeft bereikt. In Nederland is het dus pas twee dagen na volle en nieuwe
maan springtij.

Slide 14 - Tekstslide

Doodtij (eerste en laatste kwartier)

Wanneer de zon en de maan haaks op elkaar staan, ontstaat er doodtij. Dit betekent dat de zon en de maan het water twee kanten op trekt. Dit verdeelt het water gelijkmatiger over de aarde, waardoor de vloed minder hoog en eb minder laag wordt. Kortom: er is minder verschil in hoog en laagwater. Twee dagen na het eerste of het laatste kwartier is het doodtij waarneembaar in de Nederlandse Noordzee.

Slide 15 - Tekstslide

Wantij
Bijzonder aan de Waddenzee is het verschijnsel wantij.
 Het getij op de Waddenzee komt eerst aan de zuidwestkant van de Waddeneilanden opzetten. Enkele tientallen minuten later zet het water op aan de oostkant. Achter de eilanden is een gebied waar de 2 getijgolven elkaar ontmoeten. Op deze plek staat het water dan bijna stil.

Slide 16 - Tekstslide

Tenslotte 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide