We hebben in de vorige lessen geleerd wat objectieve en subjectieve argumenten zijn. Als je dit niet meer weet kun je ze nog even opzoeken in je boek, of in de vorige les (deel 2)
Als je een overtuigende tekst gaat schrijven, kun je je publiek het beste overuigen met objectieve argumenten.
Subjectieve argumenten zijn persoonlijker. Deze kun je gebruiken om de objectieve argumenten te verduidelijken.
Slide 4 - Tekstslide
Informatie opzoeken op internet
Soms wil je je stelling wat meer kracht bijzetten en ga je daarom informatie opzoeken op internet.
Gebruik hierbij alleen maar betrouwbare informatie.
Hoe kom je er achter of informatie betrouwbaar is?
Dan moet je jezelf de volgende vragen stellen:
Slide 5 - Tekstslide
Vragen om te checken of informatie betrouwbaar is:
1) Wie heeft de informatie op internet gezet? Is de schrijver deskundige op het gebied van het onderwerp?
2) Wat is het doel van de informatie? Wi de schrijver je informeren, overtuigen of overhalen? Informerende teksten zijn het betrouwbaarst.
3) Is de informatie niet verouderd?
4) Staan er weinig tot geen spelfouten in de tekst?
Slide 6 - Tekstslide
Ook belangrijk:
Als je betrouwbare informatie hebt gevonden, schrijf deze dan nooit letterlijk over.
Gebruik altijd je eigen woorden.
Slide 7 - Tekstslide
Schrijfplan
Als voorbereiding op een overtuigende tekst, kun je het beste een schrijfplan maken.
In je boek op blz 197 staat een prima voorbeeld van een schrijfplan over 'vuurwerk'
Lees dit gele blok op blz 197.
Een dergelijk schrijfplan heb je zometeen nodig voor de opdracht.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 8
Deze opdracht vind je in je boek op blz 199.
Deze opdracht ga je maken voor punt.
Als je opdracht klaar is mail je hem naar je docent.
In Magister staat het emailadres.
Op de volgende slides wordt de opdracht stap voor stap uitgelegd.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 8
In een praatprogramma op TV hoor je iemand zeggen dat jongeren die een overtreding begaan geen boete zouden moeten krijgen, maar een taakstraf.
Jij vindt dit een interessante stelling en besluit er een weblog over te schrijven.
Slide 10 - Tekstslide
1.
Bepaal je standpunt en bedenk twee objectieve argumenten en één subjectief argument.
Verzamel betrouwbare informatie op internet die je argument ondersteunt.
Slide 11 - Tekstslide
2.
Maak een schrijfplan zoals in de theorie op blz 197 - 198
(dit heb je nodig voor de kladversie; hoef je niet bij mij in te leveren)
Slide 12 - Tekstslide
3.
Bedenk op welke manier je je tekst pakkend kunt inleiden en duidelijk kunt afsluiten.
(Als je niet meer weet hoe dit moet: Bekijk bij 'lezen' op pagina 190 de theorie over inleiding/slot nog eens.)
Slide 13 - Tekstslide
4.
Maak een tekst van 5 alinea's (zie schrijfplan bzl 197/198)
Zet er een titel boven.
Houd rekening met het volgende:
- zijn alinea's goed zichtbaar?
- Worden in de inleiding het onderwerp en de hoofdgedachte genoemd?
- worden er twee objectieve en één subjectief doel genoemd?
- staat in het slot een duidelijke conclusie?
Slide 14 - Tekstslide
en verder:
Werk de opdracht uit in WORD of PAGES.
Zorg voor een nette, foutloze opdracht met een goede lay-out.
