4.8 Nederland bedreigd: rivieren

4.8 Nederland bedreigd: rivieren
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.8 Nederland bedreigd: rivieren

Slide 1 - Tekstslide


Aan het eind van de les:


* weet je hoe mensen zich beschermen tegen overstromingen van rivieren

Slide 2 - Tekstslide

gevaren?

Slide 3 - Woordweb

bescherming

Slide 4 - Woordweb

Rivieren 
Water stroom altijd van boven naar beneden. Bovenin stroomt het heel snel (HV: verval) en hoe verder je naar beneden gaat hoe langzamer het water gaat stromen. 
Maar waar blijft wat liggen? 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe beschermen mensen zich in Nederland tegen overstromingen?
A
Door dijken te bouwen
B
Door snel te vluchten
C
Door huizen op palen te bouwen
D
Door hoge laarzen te dragen

Slide 6 - Quizvraag

De grootste rieveren van Nederland zijn:

De Rijn - later de Waal
De Maas
Ze vervoeren het regenwater uit Duitsland, Belgie en Frankrijk naar de Noordzee.

Slide 7 - Tekstslide

Het stroomgebied...
 van een rivier is het gebied van waaruit de rivier zijn water (al het regen en smeltwater) haalt.
Smeltwater komt van gesmolten sneeuw of ijs.

Slide 8 - Tekstslide

Stroomgebieden 

Slide 9 - Tekstslide

Welke Nederlandse rivier heeft het grootste stroomgebied?
A
De Schelde
B
De Maas
C
De Rijn
D
De Waal

Slide 10 - Quizvraag

Stroomafwaarts...
wijst in de richting met de stroom mee, naar de monding van het water.

Slide 11 - Tekstslide

Stroomopwaarts...
 wijst in de richting tegen de stroom in, naar de oorsprong van het water.

Slide 12 - Tekstslide

Om zich te beschermen tegen overstromingen bouwden mensen dijken

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Twee soorten dijken
▪️ winterdijk —> ligt op de oeverwal, hoog

▪️ zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier, lager

▪️tussen winterdijk en de rivier ligt een gebied dat mag overstromen bij te hoog water: de uiterwaarden

▪️ Kijk naar de afbeelding en zie het verschil!

Slide 15 - Tekstslide

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard

Slide 16 - Sleepvraag

Wat ligt hoger?
A
Uiterwaarden
B
Winterdijk
C
Zomerdijk
D
Rivier

Slide 17 - Quizvraag

Januari 1995 was water in Zaltbommel zo hoog

Slide 18 - Tekstslide

Maar liefst 200 000 mensen werden geevacueerd vanwege het gevaar dat de dijken zouden breken

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent woord: geëvacueerd?
A
Verhuisd
B
Gevlucht
C
Getraind
D
In veiligheid gebracht

Slide 20 - Quizvraag

Volgende les...

Slide 21 - Tekstslide

Ruimte voor de Rivier

Slide 22 - Tekstslide

Bedreiging door rivieren
  1. Verstening
  2. Ophoging van de rivierbodem
  3. Klimaatverandering

Slide 23 - Tekstslide

Verstening
We hebben steeds meer steden en dorpen, asfalt, betegelde pleinen en tuinen...regenwater kan moeilijk de grond in zakken.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat gebeurt het met al dat overtollig water die niet in de grond kan zakken?

Slide 27 - Tekstslide

Het regenwater stroomt via het riool naar de rivier.
Gevolg- rivier krijgt te veel water en kan makkelijk overstromen.

Slide 28 - Tekstslide

2. Ophoging van de rivierbodem
Rivier neemt uit bergen zand en klei mee. Dat stapelt zich op de rivierbodem op waardoor rivier steeds ondieper wordt 
(kanminder water erin)
Daarom moeten dijken verhppgd worden om overstroming te voorkomen.

Slide 29 - Tekstslide

3.Opwarming van het klimaat
In de toekomst gaat steeds heviger regenen.
Ge grote hoeveelheid water kunnen de rivieren niet verwerken -> overstromingen!

Slide 30 - Tekstslide

Twee soorten dijken
▪️ winterdijk —> ligt op de oeverwal, hoog

▪️ zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier, lager

▪️tussen winterdijk en de rivier ligt een gebied dat mag overstromen bij te hoog water: de uiterwaarden

▪️ Kijk naar de afbeelding en zie het verschil!

Slide 31 - Tekstslide

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard

Slide 32 - Sleepvraag

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Uiterwaard
Zomerdijk
Winterdijk
Rivier

Slide 33 - Sleepvraag

Als je tegen de stroomrichting van een rivier loopt, dan loop je...
A
Stroomopwaarts
B
Dwars overheen
C
Dwars door de rivier
D
Stroomafwaarts

Slide 34 - Quizvraag

Als je met de stroom van een rivier mee loopt, dan loop je...
A
Stroomopwaarts
B
Dwars overheen
C
Stroomafwaarts

Slide 35 - Quizvraag