Module 1B les 5 verdieping ABCD en herhaling

Triage DA1 Module 1B   les 5
Onderwerpen van deze les: 
ABCDE en het maken van een casus
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
doktersassistenteMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Triage DA1 Module 1B   les 5
Onderwerpen van deze les: 
ABCDE en het maken van een casus

Slide 1 - Tekstslide

Medilect gemaakt? 
Verdieping/herhaling ABCD
Wat weten jullie al? 

Slide 2 - Tekstslide

ABCDE   A (Airway)
Patiënt is ernstig benauwd: hij kan geen hele zin spreken.
Patiënt ademt hoorbaar in.
obstructie van de ademhaling bijv. verslikken /stikken
kleur blauw, doodsangst aanwezig

Slide 3 - Tekstslide

ABCDE B (Breathing)
Patiënt is ernstig benauwd: hij kan geen hele zin spreken.
Patiënt ademt hoorbaar uit .
Patiënt ademt snel.
longaandoening, hartaandoening ,allergische reactie
patient ziet soms blauw, neusvleugelen

Slide 4 - Tekstslide

ABCD C (Circulation)
 Shockverschijnselen: snelle pols, koud klam, zweten
huid is blauw/gemarmerd, bleek
Soms heftig bloedverlies bloedbraken,bloed opgeven rectaal, 
grote trauma, mogelijk groot intern letsel bijv. na ongeval
 afwijkende tensie, zwart voor ogen, gevoel weg te zakken

Slide 5 - Tekstslide

ABCDE D (Disability)
verminderd bewustzijn->  reageert (bijna) niet, niet te wekken, suf, verlamming, spraakstoornis
Patiënt is verward/suf.


Slide 6 - Tekstslide

ABCDE E (Exposure)
Bij telefonische triage:
Levensbedreigende omstandigheden:  Patiënt is in paniek. 
Patiënt dreigt zichzelf te verwonden.
Patiënt meldt: ‘Ik maak er een eind aan.’
Er is sprake van rookontwikkeling of andere bedreigende omgevingsfactoren.

Slide 7 - Tekstslide

Bij Triage aandacht voor ABCDE
-passende  vragen bij de klacht
-altijd even aandacht aangeven, ook bij milde klacht bijv.  bij val 
Heeft uw dochtertje  ook nog andere klachten of is het alleen de enkel die zo'n pijn doet?  Ze is niet op haar hoofd gevallen? 

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk onderstaande instructie video voor ABCD
Deze video bevat de ABCD zoals deze wordt toegepast op de spoedeisende hulp. Het dient als middel om jou goed te laten begrijpen waarom je vragen stelt in de A, B, C en D.
Terug in de les krijg je hier vragen over. Triage en AFPvragen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

In de A let je op de
A
ademhaling
B
vrije luchtweg
C
bloedsomloop
D
bewustzijn

Slide 11 - Quizvraag

Een ander woord voor trachea is
A
luchtpijp
B
keelabces
C
slokdarm
D
strotteklepje

Slide 12 - Quizvraag

Een gemarmerde huid of bleke kleur kan wijzen op
A
obstructie van de ademweg
B
problemen bij de ademhaling
C
slechte circulatie
D
verminderd bewustzijn

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kijkt een arts in de pupillen met een lampje?
A
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de A is
B
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de B is
C
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de C is.
D
omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de D is?

Slide 14 - Quizvraag

Je spreekt over een goede saturatie
A
boven de 85 %
B
boven de 95%
C
boven de 92%
D
100%

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt er voor medicatie gegeven bij acuut longoedeem?
A
Furosemide en Nitroglyceride
B
Nitroglyceride en Amitriptiline
C
Furosemide en Atrovent
D
Apitriptiline en Amoxicilline

Slide 16 - Quizvraag

Welke vragen kun je stellen bij de A?

Slide 17 - Woordweb

Vragen bij de A
Zit er iets in de mond/keelholte? (voorwerp/bloed/braaksel)
Zijn er bijgeluiden als de patiënt ademt? (stikken/verslikken(niet) bedreigde stridor)
Hoorbare ademhaling bij inademing
Kwijlt de patient?
bij een baby is het neusje vrij?

Slide 18 - Tekstslide

Welke vragen stel je bij de B

Slide 19 - Woordweb

Vragen bij de B
Is de ademhaling aanwezig?
Is er een hoorbare ademhaling?(reutelen/piepen)
Hoorbare ademhaling bij uitademing
Kan de patiënt spreken? (kreunen/kortademig/woorden/zinnen)
Is er sprake van extra ademarbeid?( schouders optrekken/neusvleugelen (baby)/intrekkingen van de borstkas

Slide 20 - Tekstslide

Welke vragen stel je bij de C

Slide 21 - Woordweb

Vragen bij de C
Is er sprake van een uitwendige bloeding?(gering/matig/hevig)
 Wat is de kleur van de huid/gelaat? ( grauw/bleek/blauw/gemarmerd)
zijn er vegetatieve verschijnselen?(klam/transpieren/koud/braken/misselijk/gevoel van flauwvallen)
verlamming korter dan 12 uur
Heeft de patiënt een snelle pols?
Heeft de patiënt overmatig vochtverlies?(braken/diarree)
.Bij een baby of kwetsbare oudere/patiënt: wanneer was de laatste urineproductie/natte luier?

Slide 22 - Tekstslide

Welke vragen stel je bij de D

Slide 23 - Woordweb

Vragen bij de D
AVPU
Alert
Verbale reactie op aanspreken
Reactie op Pijnprikkel(aanschudden)
Geen reactie: Unresponsive.
Is de patiënt aanspreekbaar? (adequaat/verward/ander gedrag dan normaal)
Verlamming (FAST)langer dan 12 uur

Slide 24 - Tekstslide

Wat is er bedreigd? 

Slide 25 - Tekstslide

Er is sprake van paniek
A
Breathing
B
Circulation
C
Exposure/ environment
D
Disability

Slide 26 - Quizvraag

Er is sprake van veel bloedverlies
A
Circulation
B
Airway
C
Breathing
D
Disability

Slide 27 - Quizvraag

VERLAMMING, (GELAAT OF LEDEMATEN), SPRAAKSTOORNIS ACUUT ONSTAAN, KORTER DAN 12 UUR
A
Breathing
B
Airway
C
Disability
D
Exposure/Environment

Slide 28 - Quizvraag

NIET ALERT; SUF/VERWARD/VERMINDERD AANSPREEKBAAR
A
Circulation
B
Breathing
C
Exposure/Environment
D
Disability

Slide 29 - Quizvraag

Erg benauwd, bijv. bij astmaaanval
A
Circulation
B
Breathing
C
Airway
D
Disability

Slide 30 - Quizvraag

KAN SPEEKSEL NIET INSLIKKEN
A
Airway
B
Breathing
C
Circulation
D
Disability

Slide 31 - Quizvraag

Neusvleugelen
A
Breathing
B
Airway
C
Exposure/ Environment
D
Circulation

Slide 32 - Quizvraag

Klam koud transpireren
A
E
B
B
C
A
D
C

Slide 33 - Quizvraag

Het maken van een casus
Op Cumlaude staat een voorbeeld hoe je een casus kunt maken. Pak deze er bij. 

Bedenk een casus waarbij jij van te voren het beleid bepaald, zorg dat dit klopt met de info de student aan jou gaat vragen aan de hand van de TRG-vragen en WHAMvragen. 

Slide 34 - Tekstslide

Herhaling onderwerpen deze periode t.b.v. de toets
Module 1A
Triagewijzer: 
urgenties  (kleuren en tijdstip van komen)
waarom doe je TRG
risicogroepen, alarmsignalen, contextuele factoren
Pijnscore-schalen en pijnstilling

Slide 35 - Tekstslide

Onderwerpen Module 1B
koorts (ziek/koorts kind  incl. kinderziekten)
koorts volwassene
pijn/pijnstilling
hartkloppingen
pijn thorax
bloedneus
ABCD incl. AVPU-score

Slide 36 - Tekstslide

Wat moet je weten?
Lees over de onderwerpen goed je TRG-wijzer door. 
Kijk of je de urgenties in je boek/digitale versie begrijpt en weet dit toe te passen 
Neem de achtergrondinfo per ingangsklacht door .
Weet welke adviezen je moet geven (thuisarts.nl

Slide 37 - Tekstslide

Tijd over? 
Klassikaal een casus doen .
bijv. koorts volwassene

Slide 38 - Tekstslide