Week 2 les 1 ABCD reanimeren, dwingende patiënt

Triage week 2 les 1
Onderwerpen van deze les: 
ABCDE, reanimeren, de dwingende patiënt
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
doktersassistenteMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Triage week 2 les 1
Onderwerpen van deze les: 
ABCDE, reanimeren, de dwingende patiënt

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE   A (Airway)
Patiënt is ernstig benauwd: hij kan geen hele zin spreken.
Patiënt ademt hoorbaar in.
obstructie van de ademhaling bijv. verslikken /stikken
kleur blauw, doodsangst aanwezig

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE B (Breathing)
Patiënt is ernstig benauwd: hij kan geen hele zin spreken.
Patiënt ademt hoorbaar uit .
Patiënt ademt snel.
longaandoening, hartaandoening ,allergische reactie
patient ziet soms blauw, neusvleugelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCD C (Circulation)
 Shockverschijnselen: snelle pols, koud klam, zweten
huid is blauw/gemarmerd, bleek
Soms heftig bloedverlies bloedbraken,bloed opgeven rectaal, 
grote trauma, mogelijk groot intern letsel bijv. na ongeval
 afwijkende tensie, zwart voor ogen, gevoel weg te zakken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE D (Disability)
verminderd bewustzijn->  reageert (bijna) niet, niet te wekken, suf, verlamming, spraakstoornis
Patiënt is verward/suf.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE E (Exposure)
Bij telefonische triage:
Levensbedreigende omstandigheden:  Patiënt is in paniek. 
Patiënt dreigt zichzelf te verwonden.
Patiënt meldt: ‘Ik maak er een eind aan.’
Er is sprake van rookontwikkeling of andere bedreigende omgevingsfactoren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij Triage aandacht voor ABCDE
-passende  vragen bij de klacht
-altijd even aandacht aangeven, ook bij milde klacht bijv.  bij val 
Heeft uw dochtertje  ook nog andere klachten of is het alleen de enkel die zo'n pijn doet?  Ze is niet op haar hoofd gevallen? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk onderstaande instructie video voor ABCD
Deze video bevat de ABCD zoals deze wordt toegepast op de spoedeisende hulp. Het dient als middel om jou goed te laten begrijpen waarom je vragen stelt in de A, B, C en D.
Terug in de les krijg je hier vragen over. Triage en AFPvragen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de A let je op de
A
ademhaling
B
vrije luchtweg
C
bloedsomloop
D
bewustzijn

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor trachea is
A
luchtpijp
B
keelabces
C
slokdarm
D
strotteklepje

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gemarmerde huid of bleke kleur kan wijzen op
A
obstructie van de ademweg
B
problemen bij de ademhaling
C
slechte circulatie
D
verminderd bewustzijn

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kijkt een arts in de pupillen met een lampje?
A
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de A is
B
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de B is
C
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de C is.
D
omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de D is?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je spreekt over een goede saturatie
A
boven de 85 %
B
boven de 95%
C
boven de 92%
D
100%

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er voor medicatie gegeven bij acuut longoedeem?
A
Furosemide ne Nitroglyceride
B
Nitroglyceride en Amitriptiline
C
Furosemide en Atrovent
D
Apitriptiline en Amoxicilline

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de C kijk je voornamelijk naar
A
het functioneren van het hart
B
of er grote wonden zijn
C
of er sprake is van shock
D
of de spierfunctie goed is.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reanimatie
Hoe presenteert het zich?
Wat wil je weten van de persoon die ziet dat het niet goed gaat met de patiënt? 
Hoe stuur je diegene die je spreekt aan in het reanimatieproces? 

Slide 17 - Tekstslide

Het kan zijn dat iemand aangetroffen wordt, maar het kan ook bij acuut hartaanval-presentatie. 
Bij aantreffen: 
Ademt iemand nog? 
Of er een hartslag is (pols). 
Nee, dan starten met reanimatie-> eerst 30 hartmassages, daarna 2 beademingen.

Vragen voor start van reanimatie, bent u alleen Waar zit ligt u man-> op de harde ondergrond leggen. zet de telefoon op de speaker. 
Casus klassikaal 

Dhr. Zwemmer,
Geb. 13-08-1975
Geb. onbekend
Esdoornstaat 20
8034 TD Zwolle
Mw. Zwemmer belt over haar man. Ze komt de slaapkamer in, hoorde hem toen ze in de gang was snurken en nu staat ze naast zijn bed en ligt ie daar maar. Hij is bewusteloos en beweegt niet meer.
Ze is geschrokken en weet niet wat ze moet doen.



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

casussen 
Je gaat nu in tweetallen zelfgemaakte casussen oefenen. pak hierbij de emotie ongeduldig
Pak je beoordelingsformulier erbij, gebruik je reflectieformulier en typ meteen mee in je SOEP-formulier. 
Geef elkaar Feedback. 
Docent kan starten met bespreken van Midiproeve
Huiswerk : neurologisch uitval, vreemd gedrag en wegraking 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies