De ik vorm van het werkwoord TA6 les 17H

doel:
Ik leer de ik vorm (stam) van het werkwoord.
Ik kan deze zonder fouten schrijven.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

doel:
Ik leer de ik vorm (stam) van het werkwoord.
Ik kan deze zonder fouten schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de ik-vorm?
Ik veeg het schoolplein.

Slide 3 - Open vraag

Wat is ik-vorm?
Ik aai de mooie hond.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de ik-vorm?
Ik steek mijn vinger op.

Slide 5 - Open vraag

Wat is ik-vorm (stam) van het werkwoord?
Wij lopen op straat.
A
lopen
B
loopt
C
loop
D
gelopen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is ik-vorm (stam) van het werkwoord?
De kinderen spelen in het park.
A
speel
B
spelen
C
gespeeld
D
speelt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is ik-vorm (stam) van het werkwoord?
De olifanten rennen door het bos.
A
rent
B
rennen
C
gerend
D
ren

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de ik-vorm van het werkwoord?
zingen

Slide 9 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van het werkwoord?
rennen

Slide 10 - Open vraag

Wat is de ik vorm van het werkwoord?
springen

Slide 11 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van het werkwoord?
beloven

Slide 12 - Open vraag

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 13 - Tekstslide