persoonlijk voornaamwoord 4.12
Welke
persoonswoorden kun je gebruiken om te praten over dingen?
enkelvoud: de woord: hem. Bijvoorbeeld: De radio staat daar. Hij is aan. Zet jij hem zachter?
enkelvoud: het woord: het. Bijvoorbeeld: Het armbandje ligt op tafel. Het is mooi. Ik draag het elke dag.