aanwijzend vnw + zelfs. gebruikt

• Frans
• Enseignement Secondaire

Het aanwijzend voornaamwoord

Het aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord

Aide: 

Het aanwijzend vnw

Het aanwijzend voornaamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort:

Grammaire

Het aanwijzend voornaamwoord (die, dit, dat of deze) hangt af van het zelfstandig naamwoord dat erop volgt:

	enkel voud	meer voud
mannelijk	ce	ces
mannelijk met h of klinker	cet	ces
vrouwelijk	cette	ces

Samenvatting

Ce: mannelijk aanwijzend voornaamwoord

Cette: vrouwelijk aanwijzend voornaamwoord

Ces: meervoudig aanwijzend voornaamwoord

Cet: mannelijk aanwijzend voornaamwoord voor woorden met een klinker of h

aanwijzend voornaamwoord

	mannelijk	mannelijk & klinker	vrouwelijk
enkelvoud	CE	CET	CETTE
meervoud	CES	CES	CES

aanw. voorn.woord	zonder zelfstandig naamwoord
Vorm	zelfst. nw. waar naar verwezen wordt	voorbeeld
celui	mannelijk enkelvoud	mon vélo et celui de mon frère
ceux	mannelijk meervoud	mes vélos et ceux de mon frère
celle	vrouwelijk enkelvoud	ma fleur et celle de ma soeur
celles	vrouwelijk meervoud	mes fleur et celles de ma soeur

Samenvatting

Kijk naar het zelfstandig naamwoord waarnaar het aanwijzend voornaamwoord verwijst:

Is het zelfstandig naamwoord:

Mannelijk enkelvoud --> celui

Mannelijk meervoud --> ceux

Vrouwelijk enkelvoud --> celle

Vrouwelijk meervoud --> celles

Mon vélo et ... de ma soeur.

1. celui
2. ceux
3. celle
4. celles

Ma chemise et ... de ma soeur

1. celui
2. ceux
3. celle
4. celles

Mes chiens et ... de mes voisins

1. celui
2. ceux
3. celle
4. celles

Vraag 1
Elle a travaillé le mieux! Elle est une meilleure étudiante que ... -là!
Let op! Meerdere antwoorden mogelijk

1. celui
2. celle
3. ceux
4. celles

Vraag 2
La semaine derniere ... élève a très vien répondu la dernière question !

Vraag 3
Haitam voudrait avoir une meilleure réputation que ... de Rayan

Vraag 4
On verra combien de temps ... réputation va durer

Vraag 5
Die boeken moeten in de tas!
... livres doivent être dans le sac à dos!

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

Vraag 6
Oui, ... de Rico aussi!

1. celui
2. celle
3. ceux
4. celles

vraag 7
Mr Hurkmans a dit "Donnez-moi ... portable !"

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Vraag 8
Mr Hurkmans! ... portable n'est pas à vous!

1. ce
2. ces
3. cette
4. cet

Vraag 9
Il veut des chaussures neuves, il ne veut pas porter ... de son frère

Vraag 10
Il veut un jeans neuf, il ne veut pas porter ... de son frère

Vraag 11
mettez au singulier (zet de volgende woorden in het enkelvoud)
ces hôtels