Leçon 6: Tu habites où? partie 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Leçon 6: Tu habites où?

partie 1

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- We herhalen hoe je het werkwoord avoir kunt vervoegen

- We gaan leren hoe je kunt vragen en zeggen waar je woont

- We gaan namen van ruimtes in je huis leren

goedendag

elle s'appelle

hoe gaat het?

madame

hallo

1. salut
2. coucou
3. bonjour
4. au revoir

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft

B. zij hebben

C.  men heeft

D.  jullie hebben

E. jij / je hebt

F. wij hebben

1.  nous  avons

2.  tu  as

3.  ils  ont

4.  on  a

5.  vous avez

6.  elle  a

       Tu habites où?

      J'habite à Paris

In deze les ga je leren om te vertellen waar je woont en iemand te vragen vaar hij/zij woont.

Waar woon je? = Tu habites où "Tuu aabiet oe"

Ik woon in...... = J'habite à..... "Sjaabiet aa.......

Waar woont hij/zij = Il/Elle habite où "Iel/El aabiet oe"

Hij/Zij woont in..... = Il/Elle habite à.... "Iel/El aabiet aa....

Neem deze 4 zinnen over in je schrift/word-Document voor Frans.

Je gaat het filmpje in de volgende slide bekijken.  Twee Franse jongeren stellen zichzelf voor, Inès en Mayeul. Zij laten allebei hun huis zien

Tijdens het kijken ga je opschrijven welke ruimtes zij laten zien. Schrijf dit op in het Frans en doe dit in je schrift of word-Document voor Frans. Je kunt het filmpje meerdere keren bekijken en tussentijds stopzetten als dat nodig is.

https:

Welke ruimtes heb je gezien, schrijf ze op in het Frans

La chambre

L'entrée

Le salon

La salle de bain

La cuisine

Luister naar de tekst en lees mee!

Waar woont Sandrine?

1. in een villa
2. op een boot
3. in een iglo
4. in een appartement

Hoe oud is Sandrine?

1. 11
2. 12
3. 13
4. 14

Wat vindt Sandrine ervan om op het water te wonen?

1. leuk
2. stom
3. saai
4. geweldig

Is het groot bij Sandrine?

1. ja de boot wel maar haar kamer niet
2. nee de boot is klein, maar ze heeft wel een grote kamer
3. Het is als een normaal huis
4. Het is allemaal heel klein

Welke ruimtes beschrijft Sandrine (in NL)

Sandrine woont op een boot. Wat betekent "sur"

1. in
2. op
3. onder
4. naast

C'est comme une maison normale. Wat betekent "comme"

1. onze
2. als
3. zoals
4. dus

On a une salle de séjour. Wat betekent " on a"

1. Wij zijn
2. Wij hebben
3. Hij heeft
4. Zij heeft

Schrijf in het Frans op hoe je heet, hoe oud je bent en waar je woont.