3.2 Hofstelsel en horigen

Herhaling 3.1
Leenheren en leenmannen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 3.1
Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Tekstslide

De kern 3.1
  • Vanaf de vijfde eeuw verdwenen door de volksverhuizingen de eenheid en het bestuur van het West-Romeinse rijk.
  • Clovis kreeg de Romeinse provincie Gallië onder zijn gezag.
  • Rond 800 had Karel de Grote Frankrijk en een groot gedeelte van Duitsland veroverd.
  • Vorsten probeerden de controle op hun gebieden te houden door  land te lenen in ruil voor de eed van trouw. Zo ontstond het feodalisme.

Slide 2 - Tekstslide

Vervolg  3.1
Bedreigingen van binnenuit:
  • Onder sterke keizers, zoals Karel de Grote functioneerde het leenstelsel goed.
  • Zwakke keizers, zoals Lodewijk de Vrome (zoonvan Karel de Grote, zie afbeelding) werkte het leenstelsel minder goed. De leenmannen werden steeds machtigr

Slide 3 - Tekstslide

Vervolg 3.1
Bedreigingen van buitenaf:
  • Vanaf zee werdenvanaf de achtste eeuw steeds vaker invallen gedaan door Noormannen.
  • Redenen voor de Noormannen om te plunderen waren: er was te weinig voedsel in de Scandinavische thuislanden en de Noormannen werden aangetrokken door de rijke handelssteden die aan de kusten en rivieren lagen.

Slide 4 - Tekstslide

Op welke twee manieren probeerden de mensen de plundertochten van de Noormannen tegen te houden?
A
kustforten en gebieden in leen geven
B
Oorlog voeren en Noorwegen aanvallen
C
Oorlogsschepen en kustforten
D
Oorlogschepen en gebieden in leen geven

Slide 5 - Quizvraag

3.2 Hofstelsel en horigen
Kenmerkend aspect: De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

Slide 6 - Tekstslide

Onderzoeksvraag
Welke factoren speelden een rol bij het ontstaan van het hofstelsel en de horigheid?

Slide 7 - Tekstslide

De kern van 3.2
Gevolgen wegvallen Romeinse rijk: centrale bestuur viel weg en economie stortte in.
Daardoor werden bruggen en wegen niet onderhouden.
Handeldrijven werd moeilijk.
Geldeconomie verdween, maakte plaats voor ruilhandel.
Landgoederen werden autarkisch.
Weerloze boeren zochten bescherming en werden horigen

Slide 8 - Tekstslide

Belang van het onderwerp
Door de volksverhuizingen verdween het Romeinse gezag.
Mensen sloegen op de vlucht voor veiligheid.
(Dat verschijnsel zie je nog steeds, denk aan Syrië.)

Vaak werden ze afhankelijk van lokle machthebbers. Ze gaven hun vrijheid op in ruil voor bescherming.

Slide 9 - Tekstslide

Autarkie
Eva Jinek in Amerika over autarkie nu (vrijheid boven alles) begin 5 minuten tot 11 minuten

http://www.npo.nl/de-verenigde-staten-van-eva/01-09-2016/KN_1683666 

Slide 10 - Tekstslide

Autarkie vervolg

Een agrarisch urbane samenleving
De Romeinen hadden een agrarisch urbane samenleving. Het bestuur, handel en nijverheid vond plaats in de steden.
Op het platteland leefden de boeren en grootgrondbezitters.
De bestuurders, rijke handelaren en de grootgrondbezitters waren de elite.
Helemaal onderaan de sociale ladder stonden de slaven.

Slide 11 - Tekstslide

Autarkie vervolg
Door de Germaanse invallen raakten de Romeinse villa's onbewoond. Landbouwproductie daalde sterk, geen voedsel mee voor de steden.
Veel mensen verlieten de stad en gingen op het platteland wonen.
(Steden waar een bisschop van de kerk was bleven nog wel bestaan.)
Ontstaan van een agrarisch-autarkische samenleving. Vooral gericht op produceren van voedsel, weinig nijverheid en handel.

.

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord heeft tegenwoordig met autarkie te maken?
A
Supermarkt
B
Baan
C
Zonnepanelen
D
Kerncentrale

Slide 13 - Quizvraag

Vrijen en horigen
De Nieuwe Frankische elite werd gevormd door de koning en zijn ridders.
De ridders werden steeds rijker. Ze vermengden zich met de oude Gallo-Romaanse elite.
De Middeleeuwse adel ontstond.
Daaronder had je een sociale laag van de vrijen. Vaak waren dat boeren die land pachten. Ze betaalden in natura.

Slide 14 - Tekstslide

Vervolg vrijen en horigen
Vrijen hadden één plicht, ze moesten in het leger van de ridder dienen als er oorlog was (heevaart = dientsplicht).
Voor arme boeren gevaarlijk, voetsoldaat.
Moest land onbeheerd achterlaten.
Veel vrije boeren geven in de zevende en achtste eeuw hun vrijheid op en gingen als horige verder. Hierdoor kregen ze bescherming.

Slide 15 - Tekstslide

Vervolg vrijen en horigen
Slaven uit het Romeinse rijk werden vrijgelaten en daarna horigen.
Voordelen horigheid voor de landheer:
  1. Horigen werkten harder dan slaven (pacht en deel oogst zelf mogen houden).
  2. Horigen mochten het land niet verlaten (altijd voldoende arbeidskracht.
Horigheid was ontstaan onder Romeinse keizer Diocletianus.

Slide 16 - Tekstslide

Vul een woord in dat met horigen te maken heeft.

Slide 17 - Woordweb

Een zelfvoorzienend domein
Domein = landgoed
In Noord-Europa bestond het domein uit het vroonland en hoevenland.
Dit wordt een tweedelig domein genoemd.
Vroonland werd door de edelman zelf beheerd, via een rentmeester.
Centrum van vroonland was het kasteel.

Bij de vroonhof stonden allerlei werkplaatsen, zoals een molen, wijnpers of smederij (zelfvoorzienend).

Slide 18 - Tekstslide

Een zelfvoorzienend domein
De rest van het domein was hoevenland.
Hoeven werden gepacht door vrijen en horigen.
Verval van de handel, daarom zelfvoorzienend (autarkie).
Boeren specialiseerden zich in smeden, weven, leer bewerken.
Deze kleine boerengemeenschappen die leven en werken op het grondgebied van een heer, noem je hofstelsel.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom moesten boeren zich specialiseren in smeden, weven en leer bewerken?

Slide 20 - Open vraag

Dorestad
Bij rivieren en havensteden was nog wel handel.
Dorestad lag gunstig voor de handel bij de rivieren de Lek en de Rijn.
Handelaren uit Scandinavië, Duitsland en Engeland kwamen in Dorestad.
De handel van Dorestad was aantrekkelijk voor ambachslieden..
Groeiende bevolking, daarom groei van landbouw rondom de stad.
Dorestad had een munt. In groter plaatsen was nog wel geldhandel.

Slide 21 - Tekstslide

Vervolg Dorestad
De rijkdom van Dorestad trok ook de plunderende Noormannen aan. Zie afbeelding.
In 863 werd voor het laatste melding gemaakt van Dorestad.
Door het verzanden van de haven werd de rivier minder geschikt voor de scheepvaart en daarmee voor de handel.

Slide 22 - Tekstslide