Tekstdoel: Activeren

Tekstdoelen - verdieping
- Je kunt aan het einde van de les teksten herkennen met het tekstdoel activeren

Tekstdoel: activeren
  • De schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen of te kopen. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tekstdoelen - verdieping
- Je kunt aan het einde van de les teksten herkennen met het tekstdoel activeren

Tekstdoel: activeren
  • De schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen of te kopen. 

Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoel: activeren
Als een schrijver wil dat je iets gaat doen. Hij wil dat je actie onderneemt. 

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoel: activeren
  • Schrijver wil dat je iets gaat doen
  • Voorbeelden tekst: reclametekst, advertentie

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoel: 
Tekstdoel: 
activeren
- Reclamefolder/advertentie
- Uitnodiging
- Oproep




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Tekst
Informeren
Activeren

Slide 7 - Sleepvraag

amuseren
informeren
overtuigen
activeren

Slide 8 - Sleepvraag

het tekstdoel is
de tekstsoort is
de tekstvorm is
activeren
activerende tekst
advertentie

Slide 9 - Sleepvraag

Informeren
Activeren
Amuseren
Overtuigen

Slide 10 - Sleepvraag

Amuseren
Informeren
Overtuigen
Activeren

Slide 11 - Sleepvraag

Amuseren
Informeren

Overtuigen
Activeren

Slide 12 - Sleepvraag

het tekstdoel is
de tekstsoort is
de tekstvorm is
activeren
activerende tekst
advertentie

Slide 13 - Sleepvraag

activeren
A
recensie
B
moppenpagina
C
reclametekst
D
krantenbericht

Slide 14 - Quizvraag

Wat is geen activerende tekst?
A
advertentie
B
flyer
C
recept
D
ingezonden brief

Slide 15 - Quizvraag

Wat houdt activeren in?
A
dat je je vermaakt
B
dat je iets te weten komt
C
dat je zijn mening overneemt
D
dat je iets wel of niet moet gaan doen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een activerende tekst?
A
Een advertentie.
B
Een sollicitatiebrief.
C
Een folder.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 17 - Quizvraag

Een activerende tekst ...
A
wil jou als lezer vermaken
B
geeft de mening van de schrijver weer.
C
wil jou als lezer in actie brengen.
D
geeft informatie over een bepaald onderwerp.

Slide 18 - Quizvraag

Als het tekstdoel activeren is, is de tekstsoort een activerende tekst.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 19 - Quizvraag

Wat is GEEN activerende tekst?
A
aankondiging van concert
B
nieuwsbericht over verkiezingen
C
advertentie van telefoonabonnement
D
reclamefolder van een supermarkt

Slide 20 - Quizvraag

Wat is
“activeren”?
A
Informatie geven
B
Je overhalen iets te doen
C
Iets zeggen
D
Instructie geven

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen activerende tekst?
A
Een reclamefolder van een speelgoedwinkel
B
Een advertentie van een frisdrankmerk
C
De website van een gemeente
D
Een poster van een politieke partij

Slide 22 - Quizvraag

Paragraaf 5 - publiek
Je laptop mag dicht en op de hoek van je tafel. 

Als je een tekst schrijft, moet je ook rekening houden met wie jouw tekst gaat lezen. Dat is je publiek. 

Je weet straks waar je rekening mee moet houden als je een tekst schrijft. 

Slide 23 - Tekstslide

- Met welk doel schrijf je een tekst? Wil je informatie geven, activeren, amuseren?
- Wat weten ze al en wat wil je dat ze te weten komen?
- Hoe spreek jij je publiek aan? Jij/u?
- Lay-out > waar kun je nu aan denken?

Slide 24 - Tekstslide

Maak opdracht 2 en 3 (blz 116)
Is huiswerk voor vrijdag het 4e uur.

Slide 25 - Tekstslide

Welk cijfer geef je jezelf voor de lesdoelen?

1. Je kunt aan het einde van de les teksten herkennen met het tekstdoel activeren.
2. Je weet straks waar je rekening mee moet houden als je een tekst schrijft.

Slide 26 - Open vraag