6.1.1 Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
6.1.2 Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
6.1.3 Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.
Slide 2 - Tekstslide
Ecologie
Het gebied binnen de biologie dat de relaties tussen organismen onderling en hun omgeving (milieu) onderzoekt.
Milieu Organisme
Slide 3 - Tekstslide
biotische en abiotische factoren
- Biotische factoren:invloeden van organismen(levende natuur)
- Abiotische factoren: invloeden van levenloze natuur
Slide 4 - Tekstslide
Abiotisch en biotische factoren
Slide 5 - Tekstslide
Niveaus van de ecologie
- ecosysteem
- levensgemeenschap
- populatie
- individu
Slide 6 - Tekstslide
Ecologie
Je kunt binnen de ecologie kijken naar verschillende biologische niveaus:
- Individu
- Populatie
- Levensgemeenschap
- Ecosysteem
- Biosfeer
Slide 7 - Tekstslide
Ecologie
Individu: één organisme
Invloed van 1 organisme op het milieu of van het milieu op 1 organisme
Slide 8 - Tekstslide
Ecologie
Populatie:
groep organismen van één soort.
Slide 9 - Tekstslide
Ecologie
Levensgemeenschap:
Alle populaties van verschillende soorten in één gebied
Biotoop: alle abiotische factoren in een gebied bij elkaar.
Slide 10 - Tekstslide
Ecologie
Ecosysteem:
De levensgemeenschap en de biotoop in één gebied samen.
Slide 11 - Tekstslide
Ecologie
Biosfeer:
Alle ecosystemen samen.
Slide 12 - Tekstslide
Niveaus van ecologie
individu
één enkel organisme
populatie
individuen van hetzelfde soort in een gebied die zich met elkaar voortplanten
levensgemeenschap
alles wat leeft in een gebeid
alle populaties in een gebied
ecosysteem
alle biotische en abiotische factoren in een gebied
de levensgemeenschap met abiotische invloeden
Slide 13 - Tekstslide
Aan het werk
Maak opdracht 1, 2 6 en 7 van 6.1
Ben je klaar? Lees 6.1 over voedselweb, voedselketen en accumulatie
Slide 14 - Tekstslide
Voedselweb
In een voedselweb staan alle
voedselrelaties
Slide 15 - Tekstslide
voedselketen
schakel = deel van een voedselketen.
De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant.
De tweede schakel is altijd een planteneter of alleseter.
De derde schakel is altijd een alleseter of vleeseter
Slide 16 - Tekstslide
voedselrelaties
Slide 17 - Tekstslide
Piramide van biomassa
Biomassa= het totale gewicht van alle energierijke stoffen in een organisme (koolhydraten / eiwitten / vetten)
Slide 18 - Tekstslide
- hoeveel biomassa per
schakel...
- elke schakel is lichter...
Piramide van biomassa
Slide 19 - Tekstslide
Piramide van biomassa
heeft altijd:
een piramidevorm
(Want per schakel gaat er energie verloren)
Slide 20 - Tekstslide
Accumulatie
Wat nou als onderin een voedselketen een gifstof wordt opgenomen (door gifstoffen in de bodem of bestrijdingsmiddelen), wat gebeurt er dan in de voedselketen?
De stoffen zijn niet door een plant/ dier af te breken.
Slide 21 - Tekstslide
Accumulatie
De organismen hoger in de voedselketen gaan dood aan gifstoffen die veel eerder in de keten zijn opgenomen.
Slide 22 - Tekstslide
wat
Aan de slag met Thema 6, Basisstof 1
maken: opdr. 1 tm 4, 6 tm 9
Hoe
lees de tekst van basisstof 1 goed door, maak de opdrachten met je boek er bij!