5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

Tijd van monniken en ridders
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

Tijd van monniken en ridders

Slide 1 - Tekstslide

Succescriteria
Je kunt uitleggen:
  • Waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
  • Hoe de landbouw was georganiseerd
  • Welke sociale verhoudingen er waren
  • Welke handel er was

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje: Horigen
Kijk het filmpje op de volgende slide!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Het domein:
Een domein: dorp met landbouwgrond dat bewerkt wordt volgens het hofstelsel. 

Het gebied is van een edelman of een klooster


Slide 5 - Tekstslide

Het hof:
Belangrijk gebouw op het domein, hierin woonde de eigenaar of de rentmeester degene die het domein voor de eigenaar beheerde.

Slide 6 - Tekstslide

Het hofstelsel:
De grond op het domein werd verdeeld in 2 stukken
een deel akkers van de heer (leenman) het andere deel 'eigen' akkers van horige boeren.

Slide 7 - Tekstslide

Hofstelsel
Boeren

Slide 8 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren

Slide 9 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren

Slide 10 - Tekstslide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 11 - Tekstslide

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 12 - Tekstslide

Een horige:
Hoort bij het domein, is gebonden aan de grond van de heer. Verkoopt de heer de grond of geeft hij dit weg dan horen de horigen daar ook bij.

Een horige mag niet:
-Zonder toestemming het domein verlaten.
-Trouwen zonder toestemming van de heer.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe werd je horige?
  • Afstammelingen van slaven uit de Romeinse tijd die een eigen lapje grond hadden gekregen om te bewerken.
  • Afstammelingen van vrije boeren die hun grond aan een klooster of edelman hadden gegeven in ruil voor voedsel na mislukte oogsten of in ruil voor bescherming.

Slide 14 - Tekstslide

Succescriteria
Je kunt uitleggen:
  • Waardoor boeren in de landbouwsamenleving halfvrij waren
  • Hoe de landbouw was georganiseerd
  • Welke sociale verhoudingen er waren
  • Welke handel er was

Slide 15 - Tekstslide

het hofstelsel

Slide 16 - Tekstslide

Verschillen tussen leenstelsel en hofstelsel
Leenstelsel
Hofstelsel
Afspraak tussen belangrijke edellieden (koning/hertogen)
Afspraak tussen lagere mensen (ridder/geestelijke/boer)
Gaat over een groot gebied (provincies van landen)
Gaat over een klein gebied (een dorp met omgeving)
Bepaalt hoe een gebied bestuurd wordt (politiek)
Bepaalt hoe mensen zichzelf onderhouden en met elkaar omgaan (economie/sociaal)

Slide 17 - Tekstslide

Drie sociale groepen
  • Er ontstonden in de middeleeuwen drie sociale groepen.
  • Geestelijkheid: Zij die bidden.
  • Adel: Zij die strijden.
  • Boeren: Zij die werken.
  • De  geestelijkheid en adel hadden bepaalde privileges (speciale rechten, voorrechten).

Slide 18 - Tekstslide

Hoe nu verder
Woordenlijst maken 5.3
Werkboek 5.3 maken

Slide 19 - Tekstslide