Paragraaf 6.4 - De Gouden eeuw

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

6.4 De Gouden Eeuw

bladzijdes 126 t/m 28 tekstboek 

Vraag 

Profiteerde iedereen van de rijkdom in de Gouden Eeuw? 

Republiek 

• In 1588 werd de Republiek (der Zeven Verenigde Nederlanden) onafhankelijk van Spanje  
  
  
• 1588-1672 kooplieden verdienden steeds meer geld met de handel. Stijging welvaart 
  
  
• Kunsten en wetenschappen bloeiden op 
  
  
• Gouden Eeuw 

In de Gouden Eeuw komt 

er meer bevolking in de Republiek

Meer bevolking betekent ook:

• Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

• Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

Rijk en arm

Rijk...

• Regenten (rijke bestuurders), kooplieden en handelaren

• Woonden in grote grachtenpanden ('De Gouden Bocht') in Amsterdam of in grote buitenhuizen (aan de Vecht)

...en arm

• Ambachtslieden en winkeliers: er hoefde maar iets te gebeuren, waardoor ze in de problemen kwamen. Bijvoorbeeld: stijging van broodprijzen

• Meer dan de helft van de inwoners van Amsterdam hadden geen vast werk en/of inkomen

• In het oosten en noorden van Nederland kwam er nog veel meer armoede voor: mensen leefden vooral als 'kleine' boer. Voor hen leverde de handel niet zo veel op. 

Schilderkunst

Ook in de schilderkunst is er een Gouden Eeuw.

Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Jan Steen en Frans Hals

zijn de belangrijkste Nederlandse schilders uit die tijd

Protestant 

• Meeste mensen waren Protestant ten tijde van de Gouden Eeuw in de Republiek 
  
  
• Vertaling van Bijbel van Latijn naar het Nederlands 
  
  
• Statenbijbel  

Uitvindingen 

• Nieuwe kennis over dieren, planten en volken
  
  
• Ook door de ontdekkingsreizen  

Wetenschappers

• Christiaan Huygens 
• Telescoop --> planeten  

Wetenschap 

• Anthonie van Leeuwenhoek
• Microscoop
• Rode bloedcellen en bacteriën  

Spinoza 

• Door de wetenschap ging Spinoza twijfelen aan bestaan van God
• Was niet de bedoeling
• Zijn boek werd verboden 

Vraag 

Profiteerde iedereen van de rijkdom in de Gouden Eeuw? 

Huiswerk 

Lezen paragraaf 6.4 lesboek bladzijdes 126 t/m 128

Maken van paragraaf 6.4 vraag 4 t/m 12