7.1 Wat voeren we uit?

7. Nederland en het buitenland
7.1 Nederland handelsland
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

7. Nederland en het buitenland
7.1 Nederland handelsland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
  • Ik kan voorbeelden classificeren als import of export.
  • Ik kan met een concreet voorbeeld uitleggen wat wederuitvoer is. 
  • Ik kan aan de hand van de import en exportquote van een land bepalen of het een open of gesloten economie heeft.
  • Ik kan uitleggen welk effect een wisselkoersverandering op internationale handel heeft.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als wij iets verkopen naar het buitenland noem je dat:
A
Importeren
B
Exporteren
C
internationale handel
D
verkopen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als twee of meer landen met elkaar handelen noem je dat:
A
importeren
B
exporteren
C
internationale handel
D
buitenlandse zaken

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Internationale handel
Nederlandse bedrijven kopen van of verkopen aan bedrijven in het buitenland:
  • invoer (import) van goederen en diensten
  • uitvoer (export) van goederen en diensten

Soms importeren bedrijven producten die ze vervolgens (eventueel na een korte bewerking) exporteren. Dit is wederuitvoer.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Import



Import: er gaat geld naar het buitenland      
  • We voeren bananen in
  • Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome
  • Een schoolreis naar Frankrijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Export
Export: Het buitenland betaald ons geld
  • Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai
  • Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fiets door Oost
  • We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met Brussels Airlines reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je in Duitsland naar de kapper gaat is dat:
A
Importeren
B
Exporteren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik werk als grensarbeider in Nederland. Voor de Nederlandse economie is er sprake van...
A
Import
B
Export

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Gesloten economie
Noord-Korea heeft een gesloten economie

Of Noord-Korea naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Open economie
Nederland heeft een open economie

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt verdiend met export

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Samenvattend
Open economie                                Gesloten economie
Een land dat relatief veel              Een land dat relatief weinig 
handelt met het buitenland        handelt met het buitenland

Hoe hoger de exportquote =>  hoe opener de economie        

Hoe hoger de importquote => hoe opener de economie     

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
Betalingsbalans
De betalingsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen
Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de betalingsbalans.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland

Wisselkoers

De wisselkoersen van vreemde valuta hebben invloed op de internationale handel. Vooral de dollarkoers is belangrijk. Veel goederen worden in Amerikaanse dollars afgerekend.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

26 september 2022
€ 1 = $ 0,97



28 februari 2023
€ 1 = $ 1,06



NL exporteert voor € 1.000 goederen. 

VS betaalt € 1.000 x 0,97 = $ 970
 NL ontvangt € 1.000  

NL importeert voor $ 1.000 goederen.
 
VS ontvangt $ 1.000
NL betaalt $ 1000 : 0,97 = € 1.031

NL exporteert voor € 1.000 goederen 

 VS betaalt € 1.000 x 1,06 = $ 1.060
NL ontvangt € 1.000 
 
NL importeert voor $ 1.000 goederen.

VS ontvangt $ 1.000
NL  betaalt $ 1.000 : 1,06 = € 943,39 


Koers dollar is gedaald.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de waarde van de geïmporteerde goederen groter is dan de waarde van de geëxporteerde goederen heb je:
A
een overschot op de betalingsbalans
B
een tekort op de betalingsbalans
C
een evenwicht op de betalingsbalans

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan ...
(twee antwoorden zijn goed)
A
wordt de euro duurder voor het buitenland.
B
dan wordt de euro goedkoper voor het buitenland.
C
is de euro meer waard in het buitenland.
D
is de euro minder waard in het buitenland.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werderuitvoer is 194,5 miljard

Totaal uitvoer goederen is 431,4 miljard

Bereken de wederuitvoer.
A
45,1%
B
45,10%
C
45,2%
D
45,20%

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de waarde van de geïmporteerde goederen groter is dan de waarde van de geëxporteerde goederen heb je:
A
een overschot op de handelsbalans
B
een tekort op de handelsbalans
C
een evenwicht op de handelsbalans

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel handelen met het buitenland heet:
A
open economie
B
gesloten economie
C
internationale economie
D
nationale economie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De betalingsbalans geeft de waarde weer van de:
A
geïmporteerde en geëxporteerde goederen
B
geïmporteerde en geëxporteerde diensten
C
alle betalingen en ontvangsten uit het buitenland

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is export?
A
Uitvoer
B
Invoer

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste afbeelding naar import of export
IMPORT
EXPORT

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een wisselkoers?
A
geeft geen verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
B
geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
C
geeft de verhouding tussen de euro en euro aan
D
geeft de verhouding tussen de vreemde valuta en vreemde valuta aan

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de wisselkoers daalt ...
A
daalt de export van dat land.
B
stijgt de export van dat land.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wisselkoers van 1 euro is
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: 1,28
Hoeveel krijg je voor 300 euro?
A
$384
B
$231
C
$234
D
$390

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de exportquote:

BBP
650 miljard
Export
180 miljard
Import
79 miljard
A
12,2 %
B
39,8%
C
43,9%
D
27,7%

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de importquote NL
uit de invoerwaarde in %
van het nationaal inkomen.

Nederland
China
nationale inkomen
€765 miljard
€17.000 miljard
import
€442 miljard
€1.850 miljard
export
€540 miljard
€2.212 miljard
A
€ 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
B
€ 765 miljard : € 442 miljard x 100 = 173%

Slide 40 - Quizvraag

Importquote (invoerquote):
Nederland: € 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
China: € 1.850 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 10,9%
- Exportquote (uitvoerquote):
Nederland: € 540 miljard : € 765 miljard x 100 = 70,6%
China: € 2.212 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 13%
- Nederland heeft de meest open economie.

Wat is de berekening van de importquote
A
bbp : import
B
import : bbp
C
bbp: import x 100
D
import : bbp x 100

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De importquote van Israël is 78% en de exportquote 69%. wat zegt dit over de economie?
A
open economie, weinig internationale handel
B
gesloten economie, weinig internationale handel
C
open economie, veel internationale handel
D
gesloten economie, geen internationale handel

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wederuitvoer?
A
goederen aan een ander land verkopen
B
goederen importeren en dan doorverkopen aan het buitenland
C
Een protectiemaatregel om import tegen te gaan
D
Goederen verkopen aan het buitenland die in Nederland gemaakt zijn

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de koersstijging van de krona wordt het voor IJsland goedkoper om goederen en diensten te importeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de koersstijging van de krona zal de concurrentie positie van IJsland t.o.v. andere landen verbeteren.
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de exportquote en importquote
Doe het zo:
Exportquote = ..%
Importquote = ..%

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7.1 Nederland handelsland
  • Maken oefeningen 7.1
  • Maken herhalingsopdrachten 7.1 (p. 222)
  • Maken rekenopgave 1-10 (p.224)

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies