KM: Kapitel 9 Grammatica pers.vn in 4e nv




Was machen wir heute schönes?

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Was machen wir heute schönes?

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen / herhalen:

Het persoonlijk voornaamwoord in de eerste naamval
Het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval
Welke persoonlijke voornaamwoorden in de 1e en 4e naamval bij elkaar horen.
De voorzetsels in de 4e naamval 


Slide 2 - Tekstslide

Lernziele (leerdoelen)
1 Ik heb het persoonlijk voornaamwoord  in de eerste naamval. (ik=ich)  herhaalt 
2 Ik ken het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.(mij=mich)
3 Ik weet welke persoonlijke voornaamwoorden in de 1e en 4e naamval bij elkaar horen. (ich+mich)
4. Ik ken de voorzetsels in de 4e naamval en kan deze gebruiken. ( für, ohne, durch, um, gegen)

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord?

Slide 4 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 5 - Sleepvraag

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie

Slide 6 - Sleepvraag

Voorzetsels met de 4e naamval
  • De vormen mich, dich enzovoort zijn de vormen van het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval (4).
  • Na für en een aantal andere voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

Slide 7 - Tekstslide


Duits
für
gegen
ohne
um
durch

Nederlands
voor
tegen
zonder
om
door

Slide 8 - Tekstslide

Welke voorzetsels horen bij de 4e naamval?
A
ist, sind, bin, seid
B
für, gegen, ohne, um
C
haben, hast, hat, habe
D
geen van allen

Slide 9 - Quizvraag

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
hast
C
um
D
durch

Slide 10 - Quizvraag

Basisgroep

Online oefenen met slim stampen!
E Grammatik en B Wortschatz


Weergroep

Online opdrachten afmaken van:
E Grammatik en dan oefenen met slim stampen


Meergroep
Maak de oefentoets online en laat je score zien! (zonder boek)
Tijd
20 minuten

Slide 11 - Tekstslide

Basisgroep

Online 
oefenen met 
slim stampen

E Grammatik en B Wortschatz
Weergroep

Online opdrachten afmaken van:

E Grammatik en dan oefenen met slim stampen

E Grammatik
Meergroep

Online
maak de oefentoets online en laat je score zien! (zonder boek)

oefen dan met
slim stampen





Tijd voor iedereen: 20 minuten

Slide 12 - Tekstslide

(Ik)....kaufe ein Buch für....(hem)
A
er/ihn
B
wir/uns
C
ich/ihn
D
ich/mich

Slide 13 - Quizvraag

Hast(jij)....ein Handy (voor).... mich gekauft?
A
du/für
B
Sie/ohne
C
sie/gegen
D
Sie/für

Slide 14 - Quizvraag

(hij)....kauft Kuchen (zonder).... Sahne (voor) ..... (haar).....?
A
es/für/ für/ dich
B
er/ohne/für/sie
C
ich/gegen/ohne/mich
D
geen van deze antwoorden

Slide 15 - Quizvraag

Lesdoelen bereikt?
Deze les:
  • Heb ik (nog een keer) de persoonlijke voornaamwoorden gelerd.
  • Heb ik de 1e en 4e naamval  geleerd.
  • Heb ik de voorzetsels 4e naamval geleerd.

Slide 16 - Tekstslide

Die Hausaufgaben
Kapitel 9 (HS9) Lernliste (Boek blz. 134, 135 en 136)
Leer/herhaal
Wortschatz B
Grammatik A en B
Volgende les gaan wij het spreken oefenen!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide