Mijn proefles

Français
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Français

Slide 1 - Tekstslide

grammaire C
herhaling futur prôche:
onderwerp+ vorm van aller+ hele ww+ rest van de zin
Dimanche, on va faire du sport

Slide 2 - Tekstslide

le futur simple
ik zal geven: je donnerai
jij zult geven: tu donneras
hij/zij/men zal geven: er/sie/es donnera


Slide 3 - Tekstslide

2e deel van de futur simple
wij zullen geven: nous donnerons
jullie geven/ u zult geven: vous donnerez
zij zullen geven: ils/elles donneront

Slide 4 - Tekstslide

Frans zal het Frans niet zijn
ww’s op re: dan vervalt de
être: je serai. avoir: j’aurai.  faire: je ferai
aller: j’irai.   pouvoir: je pourrai

Slide 5 - Tekstslide

grammaire G présent
ik moet: je dois
jij moet: tu dois
hij/zij moet: il/elle doit
men moet: on doit

Slide 6 - Tekstslide

Grammaire G présent
wij moeten: nous devons
jullie moeten/ u moet: vous devez
zij moeten: ils/elles doivent

Slide 7 - Tekstslide

Grammaire G passé composé
ik heb gemoeten: j’ai dû
jij hebt gemoeten: tu as dû
hij/zij heeft gemoeten: il/elle a dû
men heeft gemoeten: on a dû

Slide 8 - Tekstslide

Grammaire G passé composé
wij hebben gemoeten: nous avons dû
jullie hebben/ u heeft gemoeten: vous avez dû
zij hebben gemoeten: ils/elles ont dû

Slide 9 - Tekstslide

grammaire I
Gebiedende Wijs:
je-vorm: je richt je tot één persoon= fiets! of fais du vélo!
nous-vorm: je richt je tot jezelf en anderen= laten we kijken! regardons!

Slide 10 - Tekstslide

Grammaire I
vous-vorm: je richt je tot meer personen of tot u
kijk! of regardez!
voorbeeld: neem de tweede straat rechts!
prenez la deuxième rue à droite!

Slide 11 - Tekstslide

grammaire I
het ww aller heeft een onregelmatige je-vorm.Pierre, ga rechtdoor! of Pierre, va  tout droit!

Slide 12 - Tekstslide