Motiveren en stimuleren

Motiveren en Stimuleren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Motiveren en Stimuleren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is MOTIVATIE?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

NOEM EEN VOORBEELD VAN INTRINSIEKE MOTIVATIE

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kun je een cliënt die al gemotiveerd is ondersteunen?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kun je een cliënt met weinig motivatie in beweging brengen?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Soms mag je best wel even dwingen!
JA
NEE

Slide 12 - Poll

Hebben de verwachtingen die jij hebt van een cliënt invloed op de prestaties van de cliënt?
A
JA
B
C
NEE

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Motiverend gesprek,
wat is dat?

Slide 17 - Woordweb

Waar let je op bij een motiverend gesprek?

Slide 18 - Open vraag

Hoe motiveer je een cliënt die meer kan dan hij of zij wil?
Bij motiverende gespreksvoering probeer je te bereiken dat een cliënt intrinsiek gemotiveerd wordt tot verandering. Daarbij is het op de eerste plaats nodig dat de cliënt gaat twijfelen over zijn huidige gedrag. Bijvoorbeeld: zou ik niet gezonder moeten eten? Pas daarna kun je ander gedrag activeren, richting geven en werken aan het volhouden.

Slide 19 - Tekstslide

motivatie is afhankelijk van 3 componenten

Willen: het belang van verandering inzien.
Kunnen: het hebben van vertrouwen in verandering.
Klaar zijn: het stellen van prioriteiten.

Slide 20 - Tekstslide

4 principes Motiverende gespreksvoering:

  • Wees empathisch: het gaat om daadwerkelijk inleven in de cliënt en niet doen alsof.
  • Ontwikkelen van discrepantie: richt je op het verschil (vanuit de kant van de cliënt) tussen het huidige en toekomstige gedrag. ‘Hoe ben of doe ik nu en hoe wil ik doen of zijn?’
  • Meeveren met weerstand: vermijd discussie of argumentatie. Veer mee met de weerstand en zie dit als een kans.
  • Ondersteunen van eigen effectiviteit: het gaat er hierbij om dat je het geloof in eigen kunnen(dat de cliënt in zichzelf gelooft) ondersteunt en versterkt. Dit geloof in eigen kunnen is meteen een voorspeller voor de gedragsverandering. 

Slide 21 - Tekstslide

feedbackpunten
student 1
student 2
student 3
luisteren:
LSD
NIVEA
enz
vragen stellen:
open en gesloten
Is het duidelijk waar de cliënt nu staat en waar jullie naartoe willen(=doel)?
Kan A in het gesprek goed omgaan  met de weerstand? (=meeveren)
versterkt A het eigen kunnen van de cliënt?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

voer een motiverend gesprek
groepjes van 3 personen (A, B en C)
A: voert het gesprek       B: cliënt      C: observator (iedereen is een keer A, B en C!!!!)
Gesprek over:
  • stoppen met roken, cliënt maakt zich zorgen
  • niet durven bewegen na een herstelde breuk
  • contact leggen met zoon/dochter..wil hen niet 'lastig vallen'
  • letten op het eten van vetten


Slide 24 - Tekstslide

Wat moet je doen?
  1. Jullie schrijven eerst de situatie(casus) waarover je een gesprek wilt gaan voeren (zie voorbeelden) 
  2. Ieder groepslid is een keer A, B en C!!
  3. Je neemt dit gesprek op!
  4. We bespreken dit gesprek na in kleine groepjes op afgesproken tijd. Docent deelt tijden uit..

Slide 25 - Tekstslide

groepjes en tijden
14:15 Start les en presentie
14:20 uitleg opdracht
terugkoppeling per groepje van 3 personen:
Groepje 1,  14:50 :
                  2, 14:55 :
                  3, 15:00 :
                  4, 15:05 :
                  5, 15:10  :

Slide 26 - Tekstslide

feedbackpunten
student 1
student 2
student 3
luisteren:
LSD
NIVEA
enz
vragen stellen:
open en gesloten
Is het duidelijk waar de cliënt nu staat en waar jullie naartoe willen(=doel)?
Kan A in het gesprek goed omgaan  met de weerstand? (=meeveren)
versterkt A het eigen kunnen van de cliënt?

Slide 27 - Tekstslide