Motiveren

Motiveren 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundigenMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Motiveren 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:
- Terugblik vorige les
- Lesdoelen bespreken
- Theorie met opdrachten
- Filmpje 
- Casus 
- Opdracht: motiverende gespreksvoering
- Opdracht: SOCOVA boek, motiverende gespreksvoering blz 152
- Quiz
- begrippenlijst 
- begrippenlijst 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel: 
Aan het einde van de les weet je wat intrinsieke en extrinsieke motivatie is. 
Je kunt de verschillen tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat versta je onder
'motiveren'?

Slide 4 - Woordweb

Wat motiveert jou?
Schrijf een situatie op waarin jij werd gemotiveerd om iets te doen?

Slide 5 - Open vraag

Motiveren 
Motivatie is de prikkel die mensen er toe aanzet om iets te doen, die bereid is om ergens voor in te spannen. Motiveren is invloed uitoefenen om de ander iets te laten doen. Dit wordt gedaan door zowel verbale als non verbale communicatie.

Slide 6 - Tekstslide

Motivatie
  • Intrinsiek (je wil het al vanuit jezelf)
bv. je hebt zin om te gaan sporten
  • Extrinsiek (je doet het omdat het wat oplevert)
bv. je leert voor je toets om een mooi cijfer te halen

Slide 7 - Tekstslide

Intrinsiek versus extrinsiek

Slide 8 - Tekstslide

"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 9 - Quizvraag

"Zij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over anatomie wil weten."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 10 - Quizvraag

Welke voorbeelden van intrinsieke motivatie (vanuit jezelf) kun je bedenken?

Slide 11 - Open vraag

Welke voorbeelden van extrinsieke motivatie (vanuit jezelf) kun je bedenken?

Slide 12 - Open vraag

Motiverende gespreksvoering 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Motiverende gesprekstechniek
Motivatie is afhankelijk van:
1. Willen: het belang van verandering inzien;
2. Kunnen: het belang van vertrouwen in verandering;
3. Klaar zijn: het stellen van prioriteiten.

Slide 15 - Tekstslide

Motiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering gaat uit van de de eigen kracht van de cliënt. Deze methode is geschikt voor mensen die hun gedrag willen en kunnen  veranderen. Bij motiverende gespreksvoering maak je gebruik van het uitlokken van verandertaal.

Ook belangrijk in de communicatie met collega's of derden!

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn jouw sterke kanten in het voeren van een gesprek?


Wat wil je leren in het communiceren en gespreksvoering?

Slide 17 - Tekstslide

Oefening
Wat motiveert mij om iets te doen?
In een groepje of duo bedenken:
- Dingen die je altijd met plezier uit jezelf doet
- Dingen die je doet omdat het moet
- Dingen die je zou moeten doen of zou willen doen maar niet doet


timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide


Wat valt je op in dit gesprek?

Slide 19 - Tekstslide

wat valt je op aan dit gesprek?

Slide 20 - Open vraag


Wat valt je op in dit gesprek?

Slide 21 - Tekstslide

wat valt je op aan dit gesprek?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht vanuit het boek 
Bladzijden 152 opdracht 1 en opdracht 2. 
timer
1:00:00

Slide 24 - Tekstslide

LSD
luisteren 
samenvatten
doorvragen

Slide 25 - Tekstslide

Mevrouw Jansen 
Mevr. Jansen heeft diabetes type 2 en is insuline afhankelijk. 
als je bij mevr. Jansen komt wil ze haar insuline niet toegediend krijgen. 

Vorm groepjes van drie
Oefen met z'n tweeën het gesprek. Een iemand is de zorgverlener, de ander is mevrouw Jansen . De derde is observant en kijkt of de uitgangspunten van motiverende gespreksvoering worden gebruikt.
Wissel elke keer van rol.
Geef elkaar feedback volgende de feedback regels. 

Slide 26 - Tekstslide

Bingo met de klas 
Deze opdracht doen we met de hele klas. Je oefent met gespreksvoering. 
Twee studenten beginnen. De een vertelt in een paar zinnen aan de ander iets over wat hij eigenlijk wel anders zou willen doen op het werk of privé, maar wat nog niet echt gelukt is. De ander reageert hierop. Probeer zo goed mogelijk te achterhalen wat er speelt is. 
De rest van de klas probeert BINGO te halen! 

Na afloop vertellen de anderen in de klas welke vragen zij hadden willen stellen, die niet gesteld zijn.  Daarna zijn twee andere studenten aan de beurt. 

Slide 27 - Tekstslide

Bingokaart

3 op een rij!

Slide 28 - Tekstslide

Wat is intrinsieke motivatie?
A
Motivatie die vanuit jezelf komt, omdat jij iets graag wilt doen
B
Motivatie die ontstaat omdat het van je vereist wordt dat je het doet
C
De motivatie de je krijgt als je wilt presteren om iets te bereiken

Slide 29 - Quizvraag

Casus: Bert vindt het moeilijk om zijn eigen huis op te ruimen. Hij kan zichzelf niet motiveren om zijn eigen huis opgeruimd en netjes te houden.
Wat ontbreekt er bij Bert?
A
Extrensieke motivatie
B
Een begeleider die hem helpt en ondersteunt
C
Een stoffer en blik
D
Intrinsieke motivatie

Slide 30 - Quizvraag

Wat houdt intrinsieke motivatie in
(intrinsieke motivatie, 2021).
A
Motivatie van buitenaf
B
Motivatie vanuit jezelf

Slide 31 - Quizvraag

Wat is motiveren
A
iemand helpen bij zijn taak.
B
zorgen dat anderen ingrijpen als er iets gebeurt.
C
zorgen dat iemand zij taak met plezier doet.
D
taken laten uitvoeren zonder begeleiding.

Slide 32 - Quizvraag

Is het leerdoel van vandaag behaald? Ligt je antwoord toe.

Leerdoel:
Aan het einde van de les weet je wat intrinsieke en extrinsieke motivatie is.
Je kunt de verschillen tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie uitleggen.

Slide 33 - Open vraag

Begrippenlijst invullen

Slide 34 - Tekstslide