werken aan Nederlands 1f ws H2 les 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Woordenschat 1

Hoofdstuk 2

De detailhandel

De winkel

Wat ga je leren?

Je leert woorden die horen bij de detailhandel: de winkel.

Je leert hoe je die woorden kunt toepassen.

Waarom leer je dit?

filmpje

Wat is de detailhandel?

De detailhandel:

Winkels die producten aan consumenten verkopen.

Niet alleen in winkels, maar ook via internet.

Denk aan:

Kledingwinkels, juweliers, tuincentra, boekhandels, opticiens, drogisten, kringloopwinkels, bloemenwinkels enz.

woordenschat

de groothandel

de woordenschat

de etalage

de consument

de reclame

Woordenschat

de artikelen

het assortiment

de woordenschat

het prijskaartje

de artikelcode

de woordenschat

de toonbank

de kassa

de korting

de kassabon

de verkoper

ruilen

betalen

Gebruik de woordenschat

Maak nu in je werkboek blz. 19, 20 en 21

Evaluatie

Welke woorden waren bekend en welke onbekend?

Vertel in je eigen woorden wat de onbekende woorden betekenen.