In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Taalverwervingstheorieën
aangeboren of aangeleerd?
Slide 1 - Tekstslide
Woorden zijn een willekeurige koppeling tussen een vorm en een betekenis. Je moet de woordenschat van een taal echt studeren om die te kunnen.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 2 - Quizvraag
Ook al richt je je als volwassene maar weinig rechtstreeks tot het kind, toch leert elk kind op ongeveer dezelfde leeftijd spreken en hanteert het jouw taal.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 3 - Quizvraag
De gevoelswaarde van woorden is zeer plaatsgebonden. In Nederland komt 'wenen' over als een formeel en plechtig woord. Vlamingen gebruiken het echter als neutraal woord.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 4 - Quizvraag
Op het Amerikaanse eiland 'Martha's Vineyard' werd 1/115 inwoners doof geboren door een genetische eigenschap van de eerste kolonisatoren. Op dit eiland ontstond spontaan een eigen gebarentaal onder de bewoners, die volledig uitgerust was om het over eender welk onderwerp te hebben.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 5 - Quizvraag
Overal ter wereld leren kinderen op hetzelfde tempo en op dezelfde manier taal. Het maakt niet uit of ze het Nederlands, Hongaars (twintigtal naamvallen) of het Engels (grootste woordenschat) leren. De kinderen ronden hun moedertaalverwerving ook op dezelfde leeftijd af.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 6 - Quizvraag
Japanners en Chinezen moeten het verschil tussen /r/ en /l/ niet gebruiken in hun taal, daarom maken zij ook geen onderscheid tussen /rat/ en /lat/ als ze het bijvoorbeeld over een meetlat hebben. Als je Japanse of Chinese baby's echter confronteert met r- en l-woorden, horen ze het onderscheid wel.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 7 - Quizvraag
Hoewel de baby's maar zo'n 10 km van elkaar geboren worden, is er toch een duidelijk verschil tussen kinderen uit Zelzate (BE) en Terneuzen (NL). Van zodra het kind zijn eerste woordjes zegt, hoor je het Vlaamse of Nederlandse accent.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 8 - Quizvraag
Wie het Frans tot in de puntjes wil beheersen, doet er goed aan om enkele jaren in Parijs te leven. Pas daar ontdek je welke woorden hip of not done zijn door jouw leeftijdscategorie. Zo val je niet te snel door de mand!
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 9 - Quizvraag
Pidgintalen ontstaan bij volwassenen die geen gemeenschappelijke taal bezitten en daarom een rudimentaire mengtaal creëren. Wanneer hun kinderen met die taal aan de slag gaan en daar een volwaardige taal van maken (een zgn. creooltaal), merk je dat zij spontaan werken met structuren als 'zinsbouw', 'werkwoordstijden' enz.
A
Taal is aangeleerd
B
Taal is aangeboren
Slide 10 - Quizvraag
Conclusie: taal is aangeboren
Het vermogen om taal te leren, is aangeboren.
Alle kinderen leren op dezelfde manier en in dezelfde tijdspanne taal.
Ook doven ontwikkelen volwaardige (gebaren)taal.
Kinderen liggen aan de basis van pidgin- en later creooltalen.
Er is een kritische periode voor taalverwerving.
Slide 11 - Tekstslide
Conclusie: taal is aangeleerd
Een specifieke taal is afhankelijk van plaats, tijd en omgeving: geografische en situationele taalvariatie zijn aan te leren.
Woordenschat: arbitraire koppeling tussen woorden en de werkelijkheid.
Klanken: kan je pas afleiden uit de omgeving.
Gevoelswaarde en situationele bruikbaarheid: pas af te leiden door gebruik.
Mogelijkheid tot taal moet door de omgeving geactiveerd en gestimuleerd worden.