V6 herhaling literatuurgeschiedenis V5 (par. 20 t/m 22) en Vorm of vent (par. 23)


Welkom 
v6ta!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
v6ta!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Herhaling literatuurgeschiedenis V5 (par. 20 t/m 22)
  2. Vorm of vent (par. 23)
  3. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Tekstslide

Verlichting
Reformatie + renaissance -> meer nadruk op zelf denken en het individu

18e eeuw:
- Wetenschappelijke revolutie
- Op zoek naar natuurwetten, op alle gebieden
- Lang leve de ratio! Alle problemen zullen worden opgelost

Algemeen idee: de burger moet worden opgevoed! Daarvoor is kennis nodig.

Slide 3 - Tekstslide

Literatuur
Literatuur werd gebruikt voor kennisontwikkeling:
1. uitvinding encyclopedie (niet echt literatuur, want non-fictie)
2. reisjournalen: reisverhalen over reizen naar andere landen 
3. inzet kinderliteratuur voor opvoeding (romans lenen zich bij uitstek om inzage te krijgen in de hoofden van personages en voor het geven van goede en slechte voorbeelden)

Literatuur met kritiek op mens en maatschappij: 
4. imaginaire reisverhalen

Slide 4 - Tekstslide

Wat staat er centraal in de verlichting?
A
ratio/rede
B
geloof
C
natuur
D
spiritualiteit

Slide 5 - Quizvraag

Wat was het doel van literatuur in de verlichting?
A
de lezer vermaken
B
de lezer iets leren
C
de lezer versterken in zijn geloof
D
de lezer een fantasiewereld tonen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zou je de tijd van de verlichting het best kunnen omschrijven?
A
een optimistische tijd
B
een pessimistische tijd
C
een onzekere tijd
D
een verwarrende tijd

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Romantiek
Nieuwe cultuurstroming, reactie op verlichting

Romantiek: 
  • gevoeligheid: lyrische kunst
  • verbeeldingskracht: ontsnappen aan het hier en nu, naar een andere tijd of streek, de ongerepte natuur of het bovennatuurlijke
  • individualisme: nadruk op originaliteit

Slide 12 - Tekstslide

Literatuur
  • Antirationalisme -> weg met het verstand, gevoel is belangrijk
  • Het optimistisch geloof in vooruitgang was verdwenen.
  • Nadruk op gevoel: Weltschmerz en Sehnsucht
  • Weltschmerz: romantische melancholie/droefgeestigheid
  • Sehnsucht: romantische verlangen naar het onbereikbare geluk.
  • Escapisme: het willen ontsnappen aan de realiteit
  • Populaire genres: ballade, sprookje, griezelverhaal, historische roman, detective

Slide 13 - Tekstslide

Waar begon de romantiek?
A
Engeland
B
Duitsland
C
Oostenrijk
D
Frankrijk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is Sehnsucht?
A
Het verlangen naar het verleden
B
Het verlangen naar de onbereikbare geliefde
C
Het verlangen naar het onbereikbare
D
Het verlangen naar exotische oorden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is Weltschmerz?
A
Suïcidaal zijn
B
Verbolgen zijn over de liefde
C
Hunkering naar een ideale samenleving
D
Verdriet over een onvolmaakte wereld

Slide 16 - Quizvraag

Waarom horen sprookjes vooral bij de stroming romantiek?
A
omdat men geïnteresseerd was in oude volksverhalen
B
omdat men geïnteresseerd was in het verleden
C
omdat men wilde vluchten naar het platteland
D
omdat men wilde vluchten uit het hier en nu

Slide 17 - Quizvraag

Realisme

19e eeuw: naast de romantiek ook een andere stroming -> realisme

* nadruk op de betrouwbare weergave van de werkelijkheid


midden 19e eeuw: poëzie in Nederland -> domineespoëzie

* moralistisch getint (de lezer moest opgevoed worden)(bijv. vaderland, gezin, geloof) 

Slide 18 - Tekstslide

Literatuur
  1. getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid te laten zijn (realisme-effect)
  2. gericht op de eigentijdse werkelijkheid, waarbij er aandacht is voor personages uit alle lagen van de bevolking
  3. werkelijkheid en waarheid moet met de zintuigen kunnen worden gezien en blootgelegd (waarheid tonen)
  4. de teksten gaan over sociale mobiliteit en (in)stabiliteit


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waarom verliet men de romantiek om over te gaan op realisme?
A
Mensen waren klaar met de liefde
B
De situatie vroeg om een rauwe weergave van de werkelijkheid
C
Mensen wilden juist de werkelijkheid verlaten
D
De rede werd belangrijk en dat was realistischer

Slide 21 - Quizvraag

Wat is géén kenmerk van het realisme in de literatuur?
A
In het hoofd kruipen van de hoofdpersoon
B
Verschil laten zien tussen rijk en arm
C
Multatuli is een bekend realistisch schrijver
D
Een kleurrijke weergave van de werkelijkheid

Slide 22 - Quizvraag

Boeken uit het realisme spelen zich af in het verleden.
A
Ja , dat is juist
B
Nee, in het heden
C
Nee, in de toekomst

Slide 23 - Quizvraag

Hoe uitte het realisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Romantiek en realisme
  • Ontstonden niet na elkaar, maar naast elkaar.
  • Kunnen beide voorkomen in het oeuvre van één schrijver.
  • Ontstonden in de negentiende eeuw, maar ook nu worden er nog teksten geschreven die duidelijke romantische of realistische kenmerken hebben.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

1700-1800
1800-1880
1880-1914
Tachtigers
verlichting
realisme
romantiek
engagement
voortzetting romantiek
naturalisme
modernisme
nationalisme
huiselijkheid
maatschappij-kritiek
rationalisme
ideale samenleving
opvoeding

Slide 32 - Sleepvraag

Literatuur 23 
Vorm of vent
1914-1940

Slide 33 - Tekstslide

Van wie was het werk op de vorige slide?
A
Van Gogh
B
Van Ostaijen
C
Mondriaan
D
Zoutewelle

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Modernisme
  • Kunstenaars en schrijvers gaan op zoek naar nieuwe vormen om de werkelijkheid te beschrijven. 
  • Tegelijkertijd ontstaat er een fundamentele discussie tussen de aandacht voor vorm en de aandacht voor de mens achter een werk (vent). 
  • Beide bewegingen vormen samen het modernisme

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Hoe heten de voorlopers van het modernisme?

Slide 38 - Open vraag

Nihilisme
  • ​De behoefte aan nieuwe manieren om de werkelijkheid te beschrijven, wordt versterkt door de verschrikkingen van de WOI en de dreiging van een volgende. 
  • Kan je de werkelijkheid überhaupt kennen en is taal wel in staat om deze te beschrijven? 
  • Deze scepsis en twijfel wordt gevoed door het nihilisme zoals verwoord door Friedrich Nietzsche: de wereld is chaotisch en zonder fundament, niets heeft betekenis, alles is zinloos.​
  • Het nihilisme krijgt onder andere vorm in dada.


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Hoe krijgt het nihilisme
vorm in dada?

Slide 42 - Open vraag

"Vorm-fans"
  • De vorm-aanhangers laten de vaste vormen zoals rijm, metrum of een bepaalde strofebouw van de Tachtigers steeds meer los. 
  • Paul van Ostaijen experimenteert bijvoorbeeld met klanken, frasen uit liedjes en typografie in o.a. Bedreigde stad. 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide


Aan welke elementen in het gedicht Bedreigde stad (zie p. 224 handboek) kun je zien dat Van Ostaijen een 'vorm-fan' is?

Slide 45 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 11 oktober
  • Huiswerk: leren literatuur 23 (incl. deze LessonUp)
  • Meenemen: laptop, leesboek en handboek KERN (die met de harde kaft)
  • Programma: literatuur 24 en 25

Slide 46 - Tekstslide